Webwereld publiceerde vandaag een artikel (zie http://www.webwereld.nl/articles/36681) onder de titel ‘VN moet voortouw nemen bij spambestrijding’ over mijn scriptie. Dit is de tekst:
‘VN moet voortouw nemen bij spambestrijding’
Woensdag 10 augustus 2005, 10:41 – De Verenigde Naties (VN) zouden het voortouw moeten nemen bij het bestrijden van spam. Dat stelt Kirsten Verdel in haar scriptie over spambestrijding.
Door Maarten Reijnders
Verdel is studente bestuurskunde, medewerkster van internetaanbieder XS4ALL en namens de PvdA lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland.
Volgens Verdel is voor effectieve spambestrijding een platform vereist waarbinnen alle landen ter wereld verenigd zijn. "Je kunt wel een nieuwe organisatie oprichten die spambestrijding gaat organiseren, maar waarom zou je het wiel opnieuw uit willen vinden?"
"De VN omvat praktisch alle landen op de planeet en het VN-agentschap WIPO (World Intellectual Property Organisation) dat zich bezighoudt met intellectueel eigendom zou spambestrijding als nieuwe extra taak op zich kunnen nemen. Dit agentschap is toch al met veel internetgerelateerde zaken bezig."
Nu speelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) vaak een leidende rol bij de internationale discussies over het aanpakken van spam. "Maar de OESO als regisseur van het mondiale spambestrijdingsbeleid is minder voor de hand liggend. Er zijn veel minder landen lid van de OESO", aldus Verdel.
Grote verschillen
De VN zou er volgens Verdel onder meer voor moeten zorgen dat spamwetgeving wordt geharmoniseerd. Nu zijn er nog veel landen zonder wettelijke maatregelen tegen spam. Ook tussen de landen die wel spamwetgeving hebben aangenomen, bestaan er grote verschillen.
Zo hanteren de lidstaten van de Europese Unie (waaronder Nederland) een opt-in regime voor spam, terwijl de VS hebben gekozen voor een opt-out regime. Dat betekent dat bedrijven consumenten in Europa alleen maar mogen e-mailen als zij daar van tevoren toestemming voor hebben gegeven. In de Verenigde Staten moeten mailverzenders de ontvangers de mogelijkheid bieden om hun adres uit een spamlijst te laten verwijderen.
"De verschillen hebben veel te maken met de invalshoek van de overheid in een land of regio", legt Verdel uit. "Probeert de overheid de samenleving te sturen of laten ze de markt het werk doen? Is er meer aandacht voor economische ontwikkeling in een gebied, of zijn er juist felle lobby’s vanuit de samenleving voor de bescherming van de consument op gebieden als vrijheid van meningsuiting en privacy?"
Kinderschoenen
Verdel schrijft in haar scriptie dat wet- en regelgeving alleen onvoldoende zal zijn om de spamstroom in te dammen. "Spambestrijding staat op elk punt -economisch, technisch, communicatief en juridisch – nog in de kinderschoenen. Er gebeurt veel, maar nog niet genoeg", stelt Verdel.
"Uiteindelijk is spam alleen te bestrijden door een gezamenlijke aanpak van consumenten, internetproviders, overheden en consumentenorganisaties. Die aanpak zal niet alleen moeten bestaan uit betere wet- en regelgeving, maar ook uit goede technische spamfilters, zelfregulering waar dat mogelijk is, een vergroting van de ‘user awareness’ (het bewustzijn bij de ontvanger van de e-mail dat het niet verstandig is om op de e-mail in te gaan) en betere voorlichting aan de burgers."
De combinatie van deze verschillende maatregelen moet ervoor moeten zorgen dat het spamprobleem ‘beheersbaar’ wordt. Want dat we ooit helemaal van de spamberichten verlost zullen zijn, lijkt Verdel onwaarschijnlijk.
De scriptie, ‘Spambestrijding, managing a wicked problem’, van Verdel is te downloaden vanaf haar weblog.