Trouw 20-12-2009: Laat ons meedoen, en niet als pion


Trouw, 20 december 2009
Geschreven door: Kirsten Verdel

Het is ongebruikelijk om in een opiniestuk in een krant een persoonlijke insteek te kiezen. Ik doe dat normaal gesproken dan ook niet, maar ik wil deze keer een uitzondering maken. Toen Trouw mij begin deze week benaderde voor dit stuk, was hun inleidende boodschap dat ik met mijn 31 jaar nog bij de groep “jongeren' zou horen. De krant vond dat het tijd werd dat juist die generatie eens een keer aan het woord kwam over hoe 2010 er uit zou moeten zien.

Ik voelde mij uiteraard vereerd dat ik nog tot de categorie jongeren werd gerekend, maar weet inmiddels uit ervaring dat ik niet echt meer bij die doelgroep thuis hoor. Sinds september dit jaar ben ik Hoofd Communicatie bij YOUR WORLD, de organisatie van het Europese jongerenjaar in Rotterdam. Ook al verschil ik slechts vier jaar met de oudsten uit de doelgroep, ik heb gemerkt dat ik simpelweg niet meer “jong' ben. Alleen al het feit dat ik voortdurend met “u' wordt aangesproken, zegt genoeg.

In de paar maanden dat ik hier zit heb ik enorm veel geleerd over jongeren. Ook heb ik kunnen zien hoe politici en andere beleidsmakers met jongeren omgaan. En dat is ontluisterend. Er wordt vrijwel altijd alleen maar óver jongeren gepraat in plaats van met ze, en dan ook nog eens op een negatieve manier: het gaat over probleemjongeren, over overlast, over schooluitval, jeugdwerkeloosheid, veiligheidsproblemen en criminaliteit. Dat 90 procent van de jongeren gewoon hard en enthousiast bezig is met een opleiding, werk of beide, dat zie je nooit ergens terug. Dat is geen nieuws. Niet voor de media en niet voor politici.

Ondanks alle negatieve aandacht die zowel media als politici aan jongeren besteden in hun werk, proberen ze tegelijkertijd wel diezelfde jongeren te paaien. Met name politici hebben daar een handje van. “Doe mee, participeer', is vaak de boodschap. Dat is een boodschap die meestal van bovenaf wordt gedropt en vooral bedoeld is om zieltjes (stemmen) te winnen. Dat klinkt heel cynisch, maar ik citeer hier in feite alleen maar de talloze jongeren die ik de afgelopen maanden ben tegengekomen: “Politici weten niets over onze leefwereld, ze praten altijd over ons, maar gaan nooit in gesprek,' is een veelgehoorde reactie. “Als ze al in gesprek gaan, is dat om ons te vertellen hoe we ons moeten gedragen en om ons te vragen om op ze te stemmen. Of ze praten over onze hoofden heen tegen hun politieke tegenstander. Maar we zijn niet gek, daar doen we niet aan mee.' Het is zelfs nog erger, want van dezelfde politici die hebben bedacht dat het jongerenjaar in Rotterdam georganiseerd moest worden, geeft meer dan 80% niet (dus nooit) thuis als ze worden uitgenodigd voor evenementen die door jongeren zijn georganiseerd.

Het is dan ook niet vreemd dat veel jongeren zich niet serieus genomen voelen en niet het idee hebben dat er naar hen wordt geluisterd. Ze hebben of krijgen daardoor een grote afkeer van de politiek, die ze een ver-van-mijn-bed-show noemen.

Reden te meer voor mij om de rest van dit stuk samen mét een aantal jongeren te schrijven. Want wat hopen zij (wij) nu van 2010? De sleutelwoorden daar lijken leiderschap en visie te zijn. Waar gaan we nu naar toe als samenleving? En wie leidt ons daar naartoe? Het gaat te vaak over de hype van de dag. Kamerleden die in de hoogste boom klimmen als er weer ergens een berichtje in een krant heeft gestaan over een incident, media die alleen maar uit zijn op het berichten over schandalen, want die scoren zo goed voor de verkoop-, lees-, kijk- of luistercijfers. Maar in de huidige samenleving waarin jongeren (en anderen) worden geconfronteerd met een gigantische informatie-overload en er dus nauwelijks nog kennisautoriteiten zijn, is er een enorme behoefte aan duidelijkheid. Geef ons dus politici die vertellen wat ons doel is, en dan gaan we wel mee. Of niet. Maar schep in ieder geval die helderheid en laat ons meedoen.

Dat is ook precies wat Barack Obama vorig jaar zo succesvol maakte bij jongeren in zijn campagne voor het presidentschap. Het was helder waar hij voor stond (change) en hij durfde jongeren ook echt te betrekken. Hij gaf ze het vertrouwen dat ze hun eigen campagne konden voeren. Hij vertelde ze niet wat ze móesten doen in die campagne, maar wat ze kónden doen. Hij gaf ze het vertrouwen en de verantwoordelijkheid om de campagne zelf vorm te geven: “Hier heb je 25 telefoonnummers van mensen die nog gebeld moeten worden. Zou jij ze willen bellen? En oh ja: als je wilt helpen, weet dan dat als jij ze niet belt, dat niemand ze dan belt, want als je ja zegt ben jij de enige die deze telefoonnummers heeft.'

Deze manier van persoonlijke benadering is iets wat jongeren aanspreekt. Ze worden serieus uitgenodigd om mee te doen, in plaats van om een speelbal te zijn in een politiek spel. De oproep van alle ondergetekenden van dit stuk is dan ook: laat ons meedoen, ga serieus met ons in gesprek en durf ons tegelijkertijd te vertellen waar we naartoe moeten in 2010. Niet op basis van de hype van de dag, maar op basis van een echte visie. Laat ons meepraten… en meebeslissen.

Kirsten Verdel, Oud-stafmedewerker Barack Obama, Hoofd Communicatie Rotterdamse Jongerenhoofdstad. In samenwerking met Adil, Saleh, Esma, Jobjan, Leroy, Najat, Rogier, Winston, Dylan, Nikki, Jennifer, Merel, Charissa, Jamie en Priyesh.


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *