Het valt me zwaar om deze blogs te schrijven. Ik heb het wekenlang uitgesteld en wil nu in 1 weekend alles doen. Maar de herinneringen die weer boven komen zijn veel en vooral ook heftig. Ik ben eerst drie weken naar Rusland, Mongolie en China geweest, wat ik bij deze aan wil duiden als tweede wereldlanden. Dat vond ik al heftig, maar het verbleek bij Sierra Leone. En na de twee weken daar ben ik in 1 keer doorgegaan naar Polen, voor een bezoek aan Auschwitz. Daar ben ik pas net van terug. Gisteravond naar dodenherdenking geweest, vandaag tussendoor veel oorlogsdocumentaires kijken op tv en lezen over oorlogservaringen in kranten, alles begint zo door elkaar te lopen. De Tweede Wereldoorlog heeft sinds deze week een nog veel zwaardere lading voor me dan hij al had. Ik heb me altijd al verdiept in wat er toen met de holocaust gebeurd is, maar het is nu dankzij Salone en Auschwitz nog veel dichterbij gekomen. Ik voel me moe. Maar ik moet het nu allemaal wel even op digitaal papier gooien, anders komt het er niet meer van. Dat voel ik ook wel. Dus we gaan door. Met dag 4 in Sierra Leone. Nog steeds in Kenema, in het Zuid-Oosten van het land.
We lopen naar binnen bij UNOMSIL. Een Congolese VN-officier vertelt ons daar over de insteek van de VN. Hij steekt een mooi verhaal af over capacity building en samenwerking met grass root initiatives. Plotseling ontploft Mr. K van CRTPD die met ons mee is. Woedend roept hij dat er 25 miljoen dollar zou zijn voor een Youth Employment Program. De jongeren in kwestie zijn al maandenlang aan het werk, maar hebben nog geen cent gezien. Waar is het geld gebleven, wil Mr. K weten? De Congolees die tot dan toe vol zelfvertrouwen in zijn stoel achterover geleund zat, is ineens de draad kwijt. Hij zegt verder niks te weten, wijst naar UNDP, die erover zouden gaan, zegt dat Mr. K daar maar moet gaan klagen. Het is een fascinerende discussie. Ineens zien we meer van wat er hier mis gaat in dit land. Organisaties als de VN, Red Cross, de EU en allerlei andere grote verbanden onderhandelen alleen met overheden, op lokaal of nationaal niveau. Dat is hun mandaat, meer kunnen ze vaak niet. Maar juist die overheid in Sierra Leone is zo corrupt als wat. Er is veel geld, maar het verdwijnt in de zakken van de verkeerde mensen. We voelen steeds sterker dat het riskant is om geld te geven aan wie dan ook hier en dat we als we iets willen doen in Salone, dat we dat met lokale, Sierra Leonese organisaties moeten doen. Niet met de overheid of andere, bureaucratische NGO’s. Een goede les.
De Congolees die zich inmiddels hardop en zenuwachtig afvraagt of we niet toevallig het gesprek in het geheim aan het opnemen zijn, begint een verhaal over de dingen die wel goed gaan in Sierra Leone. ‘We have freedom of speech here’, meldt hij trots. Ik ben enigszins verbijsterd. Talloze mensen hebben te kampen met honger, slecht water, een totaal gebrek aan medische zorg of zelfs een dak boven hun hoofd, maar deze VN-er is blij met politieke vrijheid. Alles is relatief, laten we maar zeggen. En toegegeven, het is lastig om uberhaupt positieve dingen over Sierra Leone te bedenken, dus dit is dan mooi meegenomen. Wat me overigens doet denken aan de religieuze vrijheid in Salone: daar kunnen we echt wat van leren. We zijn in dorpen geweest met 300 inwoners waar zowel een priester als een imam was en dat gaat prima samen. Mensen switchen ook regelmatig van geloof. Niemand die daar moeilijk over doet. 73% van de bevolking is moslim, ongeveer 25% christen. En verder zie je overal bordjes van de zevende dag adventisten, boeddhisten, joden en jehova’s getuigen. Alles kan, alles mag. Ook hier echter weer een keerzijde: vrouwen komen er bij al die religies slecht vanaf.
Ondertussen ben ik wel blij met de VN in Sierra Leone. Het is goed om te weten dat de VN meer doet dan alleen maar negatief in het nieuws zijn omdat de veiligheidsraad weer eens GEEN beslissing heeft genomen om ergens in te grijpen. Denk aan Rwanda, Darfur… Altijd ligt of Engeland, of Amerika, of Rusland, of China of Frankrijk wel dwars. Eigenbelang uber alles. Vreselijk. Maar hier in Salone stikt het van de VN-ers, voor humanitaire hulp. En gelukkig zijn dat bijna allemaal zwarte mensen. Geen import blanken die even komen vertellen hoe het allemaal anders moet.
Na het bezoek aan de VN-compound rijden we weer door, naar een dorpje waar we een school te zien krijgen. Nu ja, een school: een aantal bamboestokken met wat leem ertussen vormen tezamen een soort gebouw. De CRTPD-mensen zijn kritisch: ‘This is not a school, this is a structure’. Ze hebben gelijk. Er is geen vloer, alles lekt, er zijn geen tafels, stoelen, borden, schriften of krijtjes en een leraar is er eigenlijk ook niet. Je mag blij zijn als er een volwassene is die zelf kan lezen en schrijven en dan is het een grote vraag wat die kinderen dan precies leren. Te weinig, that’s for sure.
Bij het volgende dorp krijgen we de zoveelste ceremoniele ontvangst. Dit keer wel heel uitzonderlijk: we krijgen twee levende kippen, een hangmat en een bak met rijst. We voelen ons wederom vreselijk opgelaten. Levende kippen? Wat moeten we daar nou weer mee! We willen ze eigenlijk ook helemaal niet aanraken, met het advies van de GGD in gedachte dat we niet aan dieren mogen komen wegens allerlei ziektes. We maken er grappen over: ‘Weet je nog, dat we bij de GGD zaten en dat ze vroegen of we veel fysiek contact met mensen of dieren zouden hebben in Afrika?’ ‘Naaaaaaah’, antwoordden we toen. We proesten het uit van het lachen. Met de kippen in onze handen. Die gelukkig door Abdul worden meegenomen en in het volgende dorp weer worden weggegeven.