Op 22 juli vertrok ik samen met Berik en Jan naar Noorwegen, voor een 10-daagse roadtrip. We wilden wel eens weten hoe het nu zat met al die fjorden enzo: was dat nou echt zo spectaculair als iedereen altijd denkt? Het antwoord na die tien dagen is simpel: ja.
Ik heb alleen weinig tijd om een heel uitgebreid verslag te tikken, dus hier maar even de highlights, zoals de boottocht-met-garnalenbuffet die we direct na aankomst in Oslo deden. Les: garnalen zijn echt niet aan mij besteed. Boottochten door fjorden wel. ๐
Op de tweede dag reden we naar Bergen, aan de westkust. Daar bleven we drie dagen bij couchsurfer Thorsten. Hij nam ons mee de bergen in, voor een zes uur durende wandeltocht die werkelijk spectaculair was. Ook leerden we er iets dat we niet echt wisten over Noorwegen: het regent er bijna altijd! 235 dagen per jaar, om precies te zijn. We hadden nog geen paraplu bij ons, wat natuurlijk te naief en onvoorbereid voor woorden was. De eerste avond in Bergen kwamen we dan ook volledig doorweekt weer bij Thorsten’s huis aan. Foutje, bedankt. ๐
Wat we ook deden bij Thorsten, was kijken naar de Noorse film Dod Sno, oftewel ‘Dead Snow’ (zie filmposter). Deze film over nazi-zombies die een groep Noorse vakantiegangers in de bergen het leven zuur maken (lees: een einde aan hun leven maken) was een geweldige parodie op alles wat lijkt op zombiefilms, zat bomvol typische Noorse zaken (zoals bijvoorbeeld de openingsmuziek van Grieg) en was ronduit hilarisch. De filmslogan alleen al zegt genoeg: Eins, Zwei, Die!
Via een kayaktocht in het noordelijker gelegen Balestrand reden we naar het zuiden. In Stavanger werden we ontvangen door onze gastheer Oystein, die ons zijn muziekwinkel Mefisto liet zien. Helaas zijn cd’s tegenwoordig wat uit de tijd, waardoor hij zijn winkel na vijf jaar ploeteren volgende maand zal moeten sluiten. Gelukkig heeft hij nog een andere baan, maar toch. Vanuit Stavanger reisden we naar de fenomenale Preitekolen; een 604 meter hoge steile klif waar je na twee uur wandelen boven aan komt. Het stikte er van de toeristen, maar het was het wel waard. Dankzij een tip van Oystein kwamen we later op de dag nog langs een spectaculaire waterval (Manafossen) die we zonder zijn inbreng nooit zelf gevonden zouden hebben.
Na een dagje relaxen reden we nog verder naar het zuiden, waar we achtereenvolgens Mandal, Kristiansand en Larvik aandeden alvorens we weer naar Oslo reden voor de terugvlucht. Het was jammer dat we niet meer tijd hadden, want nu moesten we heel het noorden van het land laten schieten. Noordkaap (en dus de poolcirkel) moeten dus een andere keer nog. Net als het Noorderlicht, dat je in deze tijd van het jaar toch niet echt kunt zien. We hebben gelukkig wel de eindeloze dagen mee kunnen maken. Zelfs om middernacht was het nog bijna licht in Bergen, en dat was maar halverwege het land.
Wat verder enorm opviel in Noorwegen was dat Donald Duck er razend populair is. In werkelijk elke winkel en benzinestation zie je weekbladen, boekjes, verzamelalbums en dergelijke op prominente plaatsen staan. Ook bij Oystein op tafel lagen diverse Ducks. Wel grappig. Wat ook wel grappig was, was het feit dat bijna 1 op de 10 auto’s die we in Noorwegen zagen een Nederlandse kentekenplaat had. Het stikte er werkelijk van de Nederlandse toeristen. En over auto’s gesproken; wat we ook al niet wisten voordat we naar Noorwegen gingen, was dat je er niet harder dan 80km per uur mag rijden op de snelwegen, die dan ook nauwelijks snelweg te noemen zijn. Meer een soort provinciale wegen, met eindeloos veel tunnels, gevaarlijke bochten en Noren die gerust nog eens 25km per uur onder de maximale snelheid gaan zitten. Dat verandert je reisplannen dan ook vrijwel direct na aankomst!
Verder nog geschrokken van een bijna-ongeluk na een van de tunnels. Jan zat pas net achter het stuur toen we een tunnel uitkwamen die direct uitliep op een scherpe bocht, waarbij de weg ook nog eens overliep in een wegversmalling. Hij gooide het stuur met een ruk naar rechts toen we op een tegemoetkomende auto dreigden te rijden, waarna we 2 milimeter van de vangrail tot stilstand kwamen. Iets minder geluk had een pakweg 8-jarige jongen een paar dagen later, toen we van de Preikestolen terug kwamen. In de langzame afdaling kon ik het jongetje dat met zijn onachtzame ouders in de berm stond nog net ontwijken. Een camper achter mij met uitstekende zijspiegels zag hem echter te laat. De jongen kreeg de spiegel met volle kracht tegen zijn hoofd. Hij kwam gelukkig met de schrik vrij.
Afijn. Noorwegen is een geweldig land, maar vergeet je regenpak niet. En neem twee weken. En zorg dat je goede wandelschoenen hebt. ๐
Dinsdag gaan we wadlopen, weer een nieuw avontuur!