Metaalmoeheid op Dynamo 2004
Â
"Vroeger was alles echt beter", hoorde ik een pakweg 28-jarige metalhead zeggen tegen een groepje vrienden op het Dynamo festival in het Goffert Park in Nijmegen. De rest van de conversatie kon ik niet volgen, maar ik moest hem gelijk geven. Waar is de tijd gebleven dat bands met plezier op het podium stonden? Want een hoofdact (Slayer) die ten eerste op het podium staat alsof ze er eigenlijk al jaren geen zin meer in hebben (wat misschien ook wel zo is), en ten tweede ook nog eens korter speelt dan volgens het programmaboekje zou moeten, dat is toch wel erg ontgoochelend. En er waren meer bands die het publiek niet meer al te serieus leken te nemen. Life of Agony bijvoorbeeld. Altijd een van mijn favoriete bands in het verleden, maar sinds Keith Caputo vorig jaar terug is gekomen om de oorspronkelijke formatie weer in ere te herstellen, lijkt het toch wel heel erg vooral om het geld en niet om de muziek te gaan. Dat bewezen ze vorig jaar al in Tivoli in Utrecht waar de frontzanger halverwege elke zin de microfoon richting het publiek hield, zodat zij de tekst af konden maken in plaats van hijzelf. Op Dynamo was er dit jaar geen verbetering. Zeker in het begin was de eens zo welluidende stem van Caputo nauwelijks te verstaan. Dit trok later wel wat bij, maar de Oasis-look compleet met foute zonnebril waarmee hij op het podium vooral zijn eigen ego aan het strelen was en het onstrakke drumgeluid droegen niet bij aan een goed optreden. En de overtuiging waarmee er gespeeld zou moeten worden was er gewoon ook niet. Daar kon geen ‘Weeds’ of ‘Lost at 22’ tegenop.
Â
En dat gold eigenlijk voor de meeste bands. Ill Nino probeerde het nog wel, vroeg op de dag. Na elk nummer probeerde zanger Machado het publiek op te hypen ("Are you fucking awake? Jump up!"), maar daarbij stuitte hij op een ander fenomeen dat de sfeer op festivals zoals Dynamo niet ten goede komt. Noem het in dit geval maar metaalmoeheid. Het publiek is verwend, heeft de meeste bands die bijvoorbeeld dit jaar op Dynamo stonden al vijf keer gezien en eist op zijn minst een groot vuurwerk- of ander spektakel bij de acts. Bands die alleen maar hun setlist afwerken, dat is niet meer voldoende om het publiek uit zijn dak te doen gaan. En daardoor kwam het dat bij vrijwel alle bands het zelfs op rij twee van het podium nog mogelijk was om te bewegen. Ook dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Het credo van zowel publiek als bands lijkt analoog aan de bekende cola-reclame te zijn: ‘Been there, done that’.
Â
En over commercie gesproken, ik word er niet echt vrolijk van als er boven het festivalterrein een reclame vliegtuigje cirkelt met reclame voor TicketService, alsof je onder de afzetterspraktijken van dat bedrijf uit kunt komen. Wat dat betreft is een andere cola-slogan van toepassing: There is NO choice for the new generation, betalen zul je! Ook was er een vliegtuigje met een sleeptekst over het concert van Metallica in de ArenA. Waar is de tijd gebleven dat je van dat soort concerten via mond-op-mond reclame op de hoogte was? Gelukkig werd alles weer een beetje gerelativeerd door het derde reclamevliegtuigje, waarin het Dynamo-publiek er aan herinnerd werd dat Donald Duck dit jaar 70 jaar bestaat. Of we even op www.donaldduckisjarig.nl wilden kijken. Tja.
Â
Â
Burn your bridges
Â
Ik weet het, ik ben veel te cynisch. De tijden veranderen nu eenmaal en ook ik heb de meeste bands al vijf keer of zelfs vaker gezien. Maar dat komt dan ook doordat ook ik ouder word. Maar ik voel me nog niet té oud, wel kritischer dan voorheen. Een festival als Dynamo heeft toch een bepaalde eer hoog te houden en het was vroeger toch echt zo dat bands het een bijzondere eer vonden om op Dynamo te mogen spelen, het Walhalla van de metalwereld. Tegenwoordig is Dynamo slechts één van de vele festivals. Dat komt natuurlijk ook door de perikelen in de afgelopen jaren. Het begon in 1998, toen het einde van het festival werd gekleurd door de vele brandjes op het camping- en festivalterrein. Dat was een vrij letterlijke kwestie van ‘burn your bridges’, want daarna werd Dynamo nooit meer wat het was. Tot twee keer toe ging het festival niet door en de laatste keer dat het drie dagen was, met Duits als bijna overheersende taal op het terrein, dat ligt ook al diep in mijn geheugen begraven. ‘Vroeger’ waren zelfs Duitsers leuk ja!
Â
Maar was het nu echt allemaal kommer en kwel? Nee, dat ook weer niet. Ondanks de gelatenheid bij een groot deel van het publiek, wellicht ook een beetje veroorzaakt door het beetje vreemde weer (net niet droefgeestig, maar het scheelde weinig), was de stemming toch wel goed. Niet al het publiek wordt natuurlijk gekenmerkt door het cynisme dat mij steeds vaker overvalt als ik een zanger van in de 40 tachtig keer ‘fuck this en fuck that’ hoor roepen tijdens een concert. Sommige mensen gaan gewoon naar een festival voor de sfeer en om wat van hun favoriete bands te zien. En wat dat betreft was de line-up voor dit eendaagse festival toch wel een gevalletje ‘voor-elk-wat-wils’. De oudere generatie werd bediend met bands als Slayer en Deicide, terwijl de jonge generatie bands als After Forever en Nightwish werd voorgeschoteld. En voor de mensen die geen zin hadden in herrie, was er de mogelijkheid om zich ongans te eten aan HEMA-worsten, gegrilde kip en shoarma, om de Metal Market te bezoeken (waarom moet zelfs dat nog steeds geld kosten?), of om gewoon heel erg dronken te worden. Voor twee euro per biertje.
Â
Lullig genoeg won de nostalgie het bij mij ook in het vaststellen van het leukste moment van de dag. Toen Soulfly enkele Sepultura nummers inzette (Roots, Chaos A.D.) vond ik het toch erg noodzakelijk om mij wat dichter naar het podium te begeven. Goede oude tijden die daadwerkelijk herleefden! De rest van het publiek leek er ook zo over te denken, want de verticale bewegingen die de klanken van deze oude nummers bij het publiek veroorzaakten, waren ineens tot aan de geluidstoren waarneembaar. Beter waarneembaar dan het geluid zelf overigens, want gedurende de gehele dag verwaaiden veel nummers letterlijk door de grillige wind. Wind die er soms voor zorgde dat je je oren bijna dicht moest metselen om niet doof te worden, terwijl je het volgende moment met geen mogelijkheid het onderscheid tussen zang, drums of gitaren kon maken omdat alle geluid als één grote brij op je af kwam. Dat blijft toch vervelend aan een openlucht concert of festival.
Â
Een conclusie dan. Waar Dynamo vroeger een avontuur was waar je echt bij moest zijn, als ware het Woodstock, is het nu net als festivals als Pinkpop of Lowlands slechts eenvoudig vermaak wat je de dag erna eigenlijk alweer vergeten bent. Er zit geen ‘edge’ meer aan, het is niet meer speciaal. Alles is tot in de puntjes verzorgd en geregeld, de helft van het publiek loopt met pers- of gastenlijst polsbandjes rond, er is een crowdsurfverbod waar vrijwel iedereen zich aan houdt, de posters met reclame voor andere festivals hangen waterpas op van tevoren als beplakbaar gemarkeerde plaatsen, en het festival is op tijd afgelopen zodat iedereen netjes de laatste trein naar huis kan halen om … ja, om wat? Om zondag op tijd in de kerk te kunnen zijn?
Â
   Kirsten Verdel
Â
   Gezien: Dynamo Open air, 5 juni 2004, Goffert Park in Nijmegen