Ik heb een rothekel aan fietsen. Dat heeft alles te maken met allerlei jeugdtrauma’s van het elke dag van Roelofarendsveen naar Leiden moeten fietsen. Op zowel de heen- als terugweg was er natuurlijk altijd sprake van tegenwind. En bij voorkeur ook regen.
Maar naar fietsen kijken vind ik heerlijk. Ik ben al jaren verslaafd aan de Tour de France. En nog altijd is Miguel Indurain mijn grote held. Ik heb zelfs nog plakboeken met foto’s van hem. In die boeken schreef ik ook elke dag alle uitslagen op. De eerste twintig uit het algemeen klassement, de top vijf van de bolletjestrui, de groene trui, het ploegenklassement, etc.
Dit jaar zit ik dus alleen maar te hopen dat Armstrong toch vooral NIET voor de zesde keer de tour wint. Hij zou de eerste zijn en daarmee Miguel voorbij streven. Dat mag niet gebeuren! Maar ik-ben-bang-dat…
Afijn, niet getreurd, laat ik maar eens een herinnering aan Miguel ophalen. Wat mij betreft is zijn meest legendarische prestatie zijn ‘come-back’ tijdens de zeventiende etappe van de Tour van 1993. In deze 189,5 km tellende etappe van Tarbes naar Pau moest Indurain zowaar lossen van Rominger. Rominger bereikte met een voorsprong van 50 seconden de top van de Tourmalet. Grote paniek maakte zich van mij meester. Indurain, mijn grote held, die moest lossen!! Maar wat er daarna gebeurde…
In de afdaling, die slechts twaalf kilometer was, probeerde een motorrijder-met-cameraman Indurain te volgen. Maar Indurain ging zo hard, dat hij moest lossen. Pas onderaan de berg was er weer beeld. En wel van… Indurain die weer bij Rominger was! Een berekening achteraf leerde dat Indurain met maar liefst 114 km per uur gereden moest hebben om Rominger weer bij te halen, die ook niet bepaald langzaam de berg was afgefietst. Hiermee mag Indurain toch wel bestempeld worden als een van de beste dalers aller tijden.
Nu ja, Indurain was natuurlijk sowieso een van de beste wielrenners aller tijden. Zie zijn uiteindelijke vijf touroverwinningen!