Lokaal Bestuur maart 2014: Geen campagne zonder social media


photo 1-9Door: Kirsten Verdel

Nu de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur staan, proberen PvdA’ers meer dan ooit ook via social media campagne te voeren en stemmen binnen te halen. Maar hoe zet je deze moderne communicatiemiddelen effectief in? Wat moet je doen, en wat vooral latenLokaal Bestuur liet zich informeren door een actief gebruiker van social media, de landelijke social media-trainer van de partij en een campaigner die er bij de recente herindelingsverkiezingen in Heerenveen ervaring mee heeft opgedaan.

Wie: Lodewijk Bleijerveld
Wat: Communicatiemedewerker, social media PvdA-partijbureau Amsterdam

Wat gebeurt er op het partijbureau met betrekking tot social media in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen?
‘We zijn vanaf vorig jaar februari al bezig met het trainen van afdelingen op het gebied van social media. Lokale afdelingen voeren campagne met hun eigen verhaal, via Facebook, Twitter, et cetera. We leggen ze uit hoe je dat kunt doen. Er staan handleidingen op MijnPvdA en we hebben cursussen gegeven op campagne-academies aan zo’n 100 afdelingen en trainingen verzorgd bij ongeveer 60 afdelingen op locatie.’

Waar bestaan die cursussen uit?
‘Iedereen kan facebooken en twitteren, de cursus leert je vooral nadenken over wat het effect daarvan kan zijn. We zorgen dat mensen snappen wat ze doen en welke toon ze aanslaan of zouden moeten aanslaan. Twitter en Facebook zijn daarbij voor ons de belangrijkste platforms op campagnegebied. Google+ niet, dat is net een grote stad zonder inwoners.’

Zijn de campagnehandleidingen voor Twitter en Facebook een beetje hetzelfde?
‘Nee, ze zijn totaal verschillend: op Twitter ben je in gesprek en vertel je wat je aan het doen bent, terwijl je op Facebook juist inspeelt op gevoel. Anders gezegd: Facebook vind je leuk en Twitter volg je. Op Twitter kun je vertellen wat er gebeurt in de raad, waar de wethouder voor staat, wat je allemaal gedaan hebt. Op Facebook slaat zoiets totaal dood. Ik probeer uit te leggen hoe je gevoel kunt creëren op Facebook: er moet bijvoorbeeld een call to action in zitten: ben je het met me eens, geef dan een like. Of je kunt vragen: ‘hoe denk jij daarover?’ Dat moet je vooral met beeld doen: foto’s. Als je het wilt hebben over onderwijs, maak dat dan zichtbaar met een foto van een onderwijsinstelling. Als je dan een foto van een lokale school bij je bericht zet, krijg je eerder reacties dan wanneer je dat niet doet.’

Heb je nog meer tips voor lokale campaigners?
‘Probeer een campagneplan te maken voor de laatste twee weken, waarin je per dag uiteenzet wat je op Facebook zet en waar je over twittert. Op maandag bijvoorbeeld over onderwijs, op dinsdag over zorg. Het heeft geen zin als kandidaat-raadslid A alleen over zorg praat en kandidaat B diezelfde dag over ruimtelijke ordening, want dan gaan die campagnes dwars door elkaar heen. Je kunt dan beter op maandag een plan lanceren en dat die dag allemaal ondersteunen op social media.’

Zijn er do’s en don’ts?
‘Tel tot tien voordat je iets plaatst. Iets verwijderen kan immers niet: het blijft altijd op de een of andere manier zichtbaar. Gebruik de hashtag van je afdeling in berichten. Bijvoorbeeld #heerlen als je in Heerlen woont. Je wordt dan gewoon eerder gevonden. Probeer ook aan behoeften te voldoen. Je kunt zien wat veel geretweet wordt of waar veel reacties en likes op komen. Daar kun je je communicatiekalender dan weer op afstemmen. Als je ziet dat milieu het beter doet in jouw dorp dan onderwijs, gebruik dan de laatste dag om nog iets over milieu te zeggen.’

Hoe kun je je doelgroep het beste bereiken?
‘Op Facebook zit een advertentietool waarmee je kunt zien hoeveel inwoners van een dorp een Facebook-account hebben. Meestal is dat ongeveer 60%. Die kun je dan gericht benaderen. Voor Twitter is het wat lastiger; zoeken op woonplaats kan daar wel. Je kunt ook snel mensen vinden door naar lokale nieuwsaccounts te zoeken en daar de volgers van te gaan volgen. Bijvoorbeeld ‘@denheldernieuws’, of een lokale agent of de burgemeester. Als je dat doet, krijg je ook nog extra suggesties om mensen te volgen.’

Wie: Maret Celis-de Raad
Wat: Raadslid in Sittard-Geleen

Gebruik je social media al lang?
‘Ik zit nu vier jaar op Twitter en Facebook. Ik begon eigenlijk al in 2006, met Hyves. Vanaf het begin heb ik privéaccounts en politieke accounts gescheiden gehouden, maar dat is natuurlijk een persoonlijke keus die ieder voor zichzelf moet maken.’

Wat zijn je ervaringen met politiek twitteren?
‘Het is razendsnel. Ik word er heel enthousiast van, maar ik merk wel dat de aandacht voor Twitter begint terug te lopen. Whatsapp en andere social media worden populairder.’

Is de Twitter-hype voorbij?
‘Dat durf ik niet te zeggen. Het begon met Hyves, maar dat is ter ziele. Alles heeft een beperkte tijdspanne, zo lijkt het. Maar voorlopig heeft Twitter voor mij nog veel toegevoegde waarde. Met name de snelheid waarmee informatie op Twitter komt, vind ik handig. Toen het kabinet viel wist ik dat eerder dan sommige Kamerleden. Dat maakt het voor mij persoonlijk erg spannend en boeiend.’

Moet de PvdA iets met het feit dat de gebruikscijfers teruglopen?
‘Je bereikt er nog steeds een deel van de doelgroep mee. Dus gewoon doorgaan. Praktisch gezien zou ik PvdA’ers die politiek twitteren adviseren de naam PvdA in je twitternaam te zetten. Mijn eigen twitternaam is bijvoorbeeld @pvdamaret. Daardoor ben je snel te vinden en herkenbaar.’

Je hebt bijna 900 volgers, wie zijn dat?
‘Mede-PvdA’ers, mogelijke kiezers, vaak ook SP- en GroenLinksaanhangers, maar in ieder geval allemaal mensen die politiek geëngageerd zijn.’

Wat moet de PvdA doen met social media in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen?
‘Het is moeilijk te zeggen hoe een en ander zich gaat ontwikkelen. Een half jaar geleden voorzag ik al dat ook het gebruik van Facebook terug zou lopen. Maar schijn kan deels bedriegen: ook al plaatsen minder mensen berichten, veel mensen lézen die berichten nog wel. Er komen meer passieve gebruikers bij. Het met elkaar communiceren wordt minder, maar dat betekent niet dat mensen niet geïnteresseerd zijn in wat je te vertellen hebt. Daar moet ik wel aan wennen.’’

Hoe verklaar je die teruggang?
‘Mensen zoeken veiligere en directere communicatiemogelijkheden. Whatsappgroepjes, in een afgesloten omgeving, zijn duidelijk in opkomst.’

Wat voor type berichten plaats je eigenlijk op internet?
‘Ik ben soms kritisch over mijn eigen partij, dat wordt me niet altijd in dank afgenomen en dat realiseer ik me terdege. Maar het is goed is voor ons als partij dat je laat zien dat je kritisch blijft, want dat betekent ook dat anderen zien dat we niet allemaal neoliberalen zijn en dat het sociaaldemocratisch erfgoed springlevend is. Meestal vertel ik wat er in het nieuws gebeurt en dat probeer ik zo vroeg mogelijk op de dag te doen: het beste is tussen 7 en 8. Daarna krijg je minder volgers, dan val je weg tussen het andere informatiegeweld. Ik kijk ook wat er mondiaal gebeurt zodat je dat eventueel naar onze landelijke situatie kunt vertalen.’

Wat moet je absoluut niet doen op social media?
‘Jezelf verkopen. Reageer gewoon op volgers. Als je dat doet, dan hebben mensen ook het idee dat ze serieus worden genomen en dat je respect voor ze hebt. Wat je ook niet moet doen is iets plaatsen zonder na te denken. Tel even tot tien om te voorkomen dat je per ongeluk iets onhandigs verstuurt.’

Kun je stemmen winnen via social media?
‘Ik denk het wel. Je houdt het debat levend en laat zien dat je als partij bovenop thema’s zit. Daardoor activeer je ook de eigen achterban om naar de stembus te gaan. Iemand heeft mij zelfs de belofte gedaan dat hij pas tevreden is over de gemeenteraadsverkiezingen wanneer iedereen in zijn netwerk op mij stemt! Het is bij lokale verkiezingen overigens wel handig om in te zetten op landelijke thema’s. Die spreken vaak meer aan. Maar probeer ze dan wel naar de lokale situatie te vertalen!’

Wie: Jurjen Meijer
Wat: Gemeenteraadslid in Heerenveen

Wat heeft Heerenveen met social media gedaan?
‘De campagne was vooral heel fysiek, we zijn veel de straat opgegaan, dat vinden we het belangrijkste. Met social media koppel je wat je op straat hoort terug naar de woonkamer. Met Facebook heb je daarmee het grootste bereik. Ook hebben we onze standpunten naar voren gebracht, en een aantal punten uitgelicht die we graag wilden vertellen. Daarbij hebben we vooral veel beeldmateriaal gebruikt.

Werkte dat, standpunten verkondigen op Facebook?
‘Wel als je een actieve inbreng vraagt. Zo stelden we bijvoorbeeld dat er in elk dorp, in elke wijk een sportvoorziening moet zijn. Daarbij vroegen we: Vind jij dat ook? Deel of like dan deze pagina.’

Hoe vaak werd zoiets dan gedeeld en geliket?
‘In de laatste week bereikten we 10.000 mensen, terwijl er in totaal 16.000 mensen op Facebook zitten in Heerenveen. Qua doelgroep was ons bereik dus ongeveer 66 procent.’

Gebruikten jullie ook andere kanalen?
‘Twitter hebben we minder gebruikt, omdat uit onderzoek blijkt dat het gebruik van Twitter afneemt. Onze doelgroep zit meer op Facebook.’

Wat waren do’s en don’ts?
‘Wat je niet moet doen is twijfelen of Facebook wel een goed idee is! Wat je ook niet moet doen is stoppen nadat je de eerste vervelende reacties krijgt. Zet dan door. En je moet ook niet denken dat het niet hip genoeg is wat je doet. Want tja: de gemiddelde leeftijd wordt steeds hoger: als papa, mama of opa of oma iets deelt of liket bereikt dat ook een jongere doelgroep. En je mag overigens best serieuze zaken plaatsen. Gebruik wél veel beeldmateriaal en niet veel tekst: het moet wel leuk blijven en mensen gaan niet meer dan drie zinnen lezen op Facebook. Hele persberichten plaatsen werkt niet, laat mensen dan verder lezen op de website. Vraag mensen vooral om iets te doen: iets liken of delen.’

Hoe hebben jullie je online strategie bepaald?
‘We hebben gekeken welke standpunten interessant zouden zijn. We hebben bijvoorbeeld erg ingezet op werkgelegenheid tijdens de campagne. Onze wethouder heeft tegen de economische stroom in 3000 banen gecreëerd, dus daar hebben we ons erg op geprofileerd.’

Krijg je online niet veel steun van mensen die toch al PvdA stemmen?
‘Ja, uiteraard. Maar als je veel leuke dingen plaatst, zoals van Lodewijk Asscher die een T-shirt krijgt van SC Heerenveen, dan wordt dat al snel veel breder gedeeld dan onder de eigen achterban. Mijn advies is ook: als je een foto maakt, vraag dan de naam van die persoon zodat je ze kunt taggen op Facebook. Dan heb je meteen een extra groot bereik: die mensen delen dat vaak ook weer. En gebruik apenstaartjes voor trefwoorden. Dan kunnen ouders bijvoorbeeld na schoolbezoek hun eigen kinderen terugvinden door te zoeken naar @naamschool. Dat spreekt mensen aan.’

Win je extra stemmen door social media te gebruiken?
‘Ja, ik denk het wel. Met social media kun je laten zien dat je als partij betrokken bent, naar de inwoners luistert en goede ideeën hebt. Als je je eigen achterban kunt enthousiasmeren met berichten die hen aanspreken, dan zullen zij dat op hun beurt ook weer uitdragen. Dat is wat je met social media wilt bereiken!’

,

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *