Interview met PvdA-voorzitter Nelleke Vedelaar in Lokaal Bestuur, geschreven door Kirsten Verdel.
Nelleke Vedelaar: ‘We moeten trouw zijn aan onze idealen en aan onze mensen’
Het politieke seizoen is weer begonnen: er is een nieuw kabinet, de PvdA zit in de oppositie en de gemeenteraadsverkiezingen komen met rasse schreden naderbij. Hoog tijd om in gesprek te gaan met de nieuwe PvdA-voorzitter Nelleke Vedelaar. Lokaal Bestuur sprak met haar over de toekomst van de partij, de komende verkiezingen en samenwerking met lokale politici en de Tweede Kamerfractie.
Je bent net begonnen als partijvoorzitter, hoe is die eerste periode verlopen?
‘Ik zit er echt nog maar heel kort, maar ik ben echt direct na mijn verkiezing aan de slag gegaan. Ik ben meteen na het congres begonnen. Voor mijn gevoel is het wel heel fijn dat ik alles snel heb kunnen regelen en ik geen wethouder meer ben in Zwolle. Ik kan me daardoor nu volledig richten op het voorzitterschap.’
Zijn er al zaken die je hebben verrast?
‘Wat me vooral is opgevallen is het ongelooflijk warme welkom dat ik heb gehad. De gesprekken met onze medewerkers op de gang, bij de koffieautomaat en op weg naar de trein leveren me tot nu toe echt een goed gevoel op. Alles is voor iederéén nieuw hier, want tweederde van de organisatie die er was is er niet meer. Dat is een flinke klap geweest voor iedereen binnen de organisatie. Maar het team van 27 mensen dat nu op het partijbureau zit is ongelooflijk krachtig. We zijn noodgedwongen bezig met omvormen omdat we zoveel kleiner zijn geworden. Ik ben nu ook de eerste bezoeken af aan het leggen. Rotterdam was de eerste afdeling waar ik langs ben geweest, de uitnodigingen van allerlei andere afdelingen uit het land stromen binnen. Ze willen allemaal kennis maken en in gesprek gaan over lokale vraagstukken. Daar moet de partij ook echt over gaan vind ik.’
Waar wil je de komende maanden op focussen?
‘In mijn manifest had ik vijf belangrijke focuspunten. Ik ben nu aan het werken aan een agenda die richting moet geven aan de middellange termijn. De PvdA moet vooral een partij zijn die in contact staat met het lokale: met lokale afdelingen en lokale mensen. Hun vraagstukken moeten we omzetten in politieke actie. Dat is ook een strategie die de Tweede Kamerfractie hanteert. Zij zeggen nu: ‘er komt geen plan meer zonder mensen.’ Dat betekent dat een actie voor beter onderwijs per definitie met leraren wordt uitgevoerd. Een actie over betere zorg wordt samen opgepakt met mensen uit de zorg. We moeten gezamenlijk tot resultaat komen.’
En andere speerpunten?
‘We willen in netwerken werken aan het behalen van resultaten, bijvoorbeeld in samenwerking met de milieubeweging of met vakbonden. Een van de belangrijkste opgaven is wat mij betreft ook zorgen dat we een partij zijn waar je je thuis voelt. Een warm nest, je moet je onderdeel voelen van een familie. En daarbij moeten we zorgen dat mensen met een minder luide stem ook gehoord worden: niet alleen luisteren naar degene die het hardste schreeuwen. Discussies mogen zwaar inhoudelijk zijn, maar moeten we ook voeren vanuit een goed gevoel dat we delen met elkaar. Het kan ook echt gezellig zijn bij de PvdA. En we moeten echt kleur bekennen: we moeten breken met zakelijk links. Wij zijn van de collectieve oplossingen en minder van de markt. Toch hebben we veel met de markt gedaan de laatste jaren. Het belang van het collectief moet echter centraal staan. We gaan dus naast initiatiefnemers staan in bijvoorbeeld het organiseren van collectieven zoals coöperaties in de zorg of wonen.’
Hoe kijk je aan tegen de nieuwe rol van de PvdA als ‘slechts’ één van de linkse middenpartijen, niet meer per se de bestuurderspartij van weleer?
‘Ik denk dat die rol ideologisch niet zo veel anders is dan in het verleden. De PvdA is de PvdA. Paul Depla is na de verkiezingsnederlaag in maart op zoek gegaan in de partij naar de vraag of we onze idealen zijn kwijtgeraakt. Dat zijn we niet. We weten prima waar we voor staan, maar we hebben wel een nieuwe positie gekregen en we zijn afgestraft op het compromis dat we teveel als standpunt hebben verkocht. En die rol is nu echt volkomen anders: we moeten opnieuw de verbinding maken.
In wat onderscheidt de PvdA zich van de SP en GroenLinks? Kan samenwerking met hen niet ook een bedreiging zijn voor de PvdA?
‘Ik vind het geen bedreiging om samen te werken, zolang we samenwerken op positieve, links progressieve punten. Samenwerken om de dividendbelasting van tafel te krijgen bijvoorbeeld is goed, omdat we daarmee geld vrij kunnen maken voor goede zorg in de wijk, voor goed basisonderwijs, voor een wettelijk minimum loon voor iedereen, of voor goed en betaalbaar wonen. We onderscheiden ons door het feit dat we een sociaaldemocratische partij zijn. Wij zijn een brede volkspartij. ‘
Wat is er mis gegaan de afgelopen jaren?
‘In de afgelopen decennia hebben we misschien teveel alleen de positieve kanten van de markt benadrukt. En in tijden van zware crises hebben we onvoldoende kunnen laten zien dat we het wilden opnemen voor middengroepen en mensen met lagere inkomens. Het land staat er zonder enige twijfel stukken beter voor. De economie groeit, en er zijn veel banen. Maar als mensen niet meer zeker zijn van hun werk of inkomen door flexbaantjes, of van een toekomst waarin je perspectief kunt bieden aan jezelf en aan je kinderen, dan heb je als PvdA nog een hoop werk te verzetten’
Hoe moet de politiek inhoudelijke samenwerking op links op lokaal niveau vorm krijgen?
‘Lokaal moet je net zoals landelijk kijken waar je resultaten kunt halen op sociaal progressieve politiek. Doe dat waar de energie goed is.’
En hoe kijk je dan aan tegen de vele ruzies die juist bij lokale fracties uitbreken als men tot politieke inhoudelijke samenwerking probeert te komen?
‘Ik denk dat er ook veel succesvolle samenwerkingsverbanden zijn. Dat verschilt natuurlijk erg per gemeente. We hebben allemaal onze eigen politieke idealen, maar je kunt daar pragmatisch in zijn. Hoe groter je het maakt, hoe principiëler de discussie is, hoe ingewikkelder het wordt. Houd het bij praktisch uitvoerbare ideeën.’
Hoe wil je nieuw leven in de vereniging krijgen? Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat lokale politici beter ondersteund worden, terwijl er nu minder menskracht is op het partijbureau?
‘Door vooral de energie in de regio te benutten. We hebben simpelweg minder mensen op het partijbureau, dus we zijn genoodzaakt meer aan de mensen in de vereniging in den brede te vragen. Waar we gewend waren om veel zaken eenzijdig te bedenken en ook uit te voeren: dat kan nu niet meer. We zijn daarom bezig met het inrichten van vier regionale actiecentra. Daarin wordt politieke programmering georganiseerd, worden ideeën uitgewisseld, worden opleidingen vorm gegeven en er wordt door het zogenaamde ‘Club Rood’ invulling gegeven aan het delen van inspiratie, informatie en kennis. Dit gebeurt met muziek, ontmoeting en een borrel aan de bar. In Rotterdam komt bijvoorbeeld één van die actiecentra, en dan wordt er gekeken wat de belangrijkste vraagstukken zijn in de regio: kunnen we bijvoorbeeld onderling ervaring uitwisselen met de ombudsteams uit de regio? Vanuit de Tweede Kamerfractie is er dan iemand gekoppeld aan zo’n centrum, in Rotterdam bijvoorbeeld Gijs van Dijk.’
Merk je dat er qua ‘vibe’ in de partij iets veranderd is sinds maart? Gaat het beter dan toen, slechter, of is het een beetje blijven hangen?
‘Ik krijg een hele positieve vibe mee. Mijn campagne heette ‘strijdbaar’, en ik heb ook écht hele goede zin in de toekomst. De afgelopen weken slaat de balans positief door: er worden weer meer mensen lid dan dat er hun lidmaatschap opzeggen. Wat we horen van mensen die al eerder lid zijn geweest en nu terugkomen, is dat ze het gevoel hebben dat de PvdA weer herkenbaarder wordt. We zien ook veel jonge mensen die lid worden. En ik spreek natuurlijk veel mensen die zich met de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen voor volgend jaar bezig houden, daar zit echt een grote groep mensen die zich echt in wil zetten. Er zit ontzettend veel energie in de vereniging!’
Het is dus niet zo dat het ‘merk’ PvdA uitgewerkt is?
‘Nee, helemaal niet. Er is niets mis met het merk, maar je moet er wel trouw aan blijven.’
Wat wordt de inzet voor de gemeenteraadsverkiezingen?
‘De lokale vraagstukken. Die halen we op dit moment op. De analyse van Paul Depla komt er in de kern op neer dat de PvdA zorgt dat je er op kunt vertrouwen dat je een zekere baan hebt, een betaalbaar huis en goede zorg in de buurt. Dat zijn grote vraagstukken die uit die analyse kwamen, die ook nu vanuit de lokale afdelingen teruggekoppeld worden. ‘
Wil je organisatorische of procedurele veranderingen doorvoeren? Wil je bijvoorbeeld iets wijzigen aan de wijze waarop congressen georganiseerd zijn?
‘Het mag allemaal sowieso veel vrolijker. Het nieuwe congres begint wat mij betreft met muziek en moet vooral het Club Rood-gevoel neerzetten. Het moet geen motiemarathon zijn. Als we het bijvoorbeeld over de arbeidsmarkt voor de komende jaren willen hebben, moet je dat niet op basis van een motie doen. En ook niet alleen maar op een landelijk podium. Als je regionaal actief bent, en mee kunt praten over belangrijke thema’s, levert dat veel meer energie op. We moeten echt van statutenpartij naar ideeënpartij naar actiepartij. Op het congres kunnen dan nog steeds besluiten worden voorgelegd, maar het zou zoveel meer moeten zijn dan de moties op zich: het moet onze jaarlijkse familiedag zijn. Dat gesprek over de arbeidsmarkt moet je als lid aan de orde kunnen stellen op een plek waar je er echt wat aan kunt doen: in gesprek dus met experts en met de Kamerfractie, in plaats van een motie indienen op een ledenraad of congres. Daar kun je praktisch gezien veel meer mee bereiken.’
Hoe wil je met de Tweede Kamerfractie samenwerken? Hoe zie je jouw rol daarin?
‘De partijvoorzitter en het partijbestuur zijn verantwoordelijk voor allerlei verenigingszaken, maar we zijn ook verantwoordelijk voor de politieke koers op de lange en middellange termijn. We moeten dus goed samenwerken met de Tweede Kamer, zonder op elkaars stoel te gaan zitten.’
Vullen jij en Lodewijk elkaar aan? Of is er ook sprake van botsende belangen, overtuigingen over een andere koers of andere valkuilen?
‘We kennen elkaar letterlijk pas een paar weken. Dus dat moeten we nog ontdekken. Het is vooral van belang dat we duidelijk met elkaar afspreken wie waar over gaat. We kunnen allebei positie innemen, maar verras elkaar niet. Dat is de basisafspraak die we gemaakt hebben en die je ook met elkaar móet maken. Inhoudelijk was ik erg enthousiast over het alternatieve regeerakkoord, maar ik kijk ook naar ons verkiezingsprogramma. Dat is de leidraad voor wat we moeten doen als partij. Daar kijken we dus scherp naar. Volgens mij gaat dat goed.’
Wanneer vind je dat je partijvoorzitterschap succesvol is geweest? Op het bereiken van welke doelstellingen kunnen de partijleden je aan het eind van je zittingsperiode afrekenen?
‘We hebben een lange adem nodig. Als we met kleine stapjes dichtbij de basis van de PvdA kunnen blijven en het vertrouwen van de kiezer weten te herwinnen, dan is het goed gegaan. Samen met al die afdelingen moeten we de energie die er dus zit de ruimte geven en verder stimuleren. Als dat lukt, dan ben ik blij. Dat zit ‘m niet per se in extra leden, of in regeringsdeelname. Dat gaat wat mij betreft echt over kwaliteit: we moeten trouw zijn aan onze idealen en aan onze mensen. ‘