Sommige mensen vragen zich af waar Wouter Bos is. Ik wil jullie daarom een deel uit het stenografisch verslag van het parlementaire debat over de werkgelegenheid dat gisteravond plaatsvond in de Tweede Kamer niet onthouden. Een typisch gevalletje van Tsjakka! Het is jammer dat je aan de hand van onderstaande tekst niet kunt zien hoe Blok helemaal dichtsloeg toen hij zo om zijn oren geslagen werd. 🙂
De heer Blok (VVD): U zegt zo stellig dat het PvdA-plan de kosten van arbeid verlaagt. Maar waar dan? Er worden slechts kosten verschoven, en wel naar de middeninkomens.
De heer Bos (PvdA): Hoe komt u daarbij?
De heer Blok (VVD): Vorige week stelde u een verhoging van het belastingtarief voor.
De heer Bos (PvdA): Voor welke middeninkomens dan?
De heer Blok (VVD): U stelt voor om de hoogste belastingschijf op te hogen.
De heer Bos (PvdA): Zijn dat nu ook al middeninkomens? Nee, maakt u nu even uw stelling waar: welke middeninkomens betalen de prijs voor het PvdA-plan?
De heer Blok (VVD): De hoogste belastingschijf in Nederland is vanaf 50.000 euro.
De heer Bos (PvdA): Vanaf 50.000 euro, dat zijn middeninkomens volgens de VVD? De top vijf procent van belastingbetalers in Nederland, dat zijn volgens de VVD middeninkomens? Meneer Blok, dat kan ik toch niet serieus nemen…
De heer Blok (VVD): In deze groep inkomens vanaf 50.000 euro zitten mensen die wij hard nodig hebben voor de kenniseconomie.
De heer Bos (PvdA): Praat daar dan over en kom niet aan met het verhaal dat dit gaat over middeninkomens! U komt op voor de top vijf procent van verdieners van Nederland. Dat is uw goed recht, maar doe me een lol en praat niet over middeninkomens.
De heer Blok (VVD): De voorstellen die u doet komen neer bij de hts’er, bij de hoofdverpleegkundige, bij de directeur van de school…
De heer Bos (PvdA): Maak het waar!
De voorzitter: De heer Blok heeft het woord.
**
De heer Blok (VVD): …niet alleen door de verhoging van de belastingen die u vorige week hebt voorgesteld, maar ook door het ter discussie stellen van de OZB en door te zeggen dat het pensioen niet meer aftrekbaar is bij het inkomen dat bij genoemde functies hoort. In feite haalt u de prikkel weg op het investeren in jezelf. Uw stelling dat u de arbeidskosten verlaagt, is niet waar. U verschuift ze, en daar heeft de Nederlandse economie als geheel helemaal niets aan.
De heer Bos (PvdA): Met het verschuiven van lasten van bijvoorbeeld onroerend goed naar arbeid, verschuif je reëel de kosten van arbeid. Dat is geen heen en weer geschuif binnen de factor arbeid, maar daarmee wordt het in dienst nemen en het in dienst houden van mensen goedkoper, zonder dat je dat ergens anders uit de sfeer van loonkosten financiert. Dat is mijn eerste punt. Mijn tweede punt is dat het pensioenpremievoorstel gaat over inkomens boven de 45.000 euro. Ook die hogere inkomens mogen in onze voorstellen de pensioenpremies nog steeds aftrekken voor de eerste 45.000 euro. Het gaat om het deel daarboven. Daarvan zeggen wij: omdat wij allemaal zo voor eigen verantwoordelijkheid zijn, moeten wij die mensen ook eens een keer aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Inkomens vanaf 45.000 euro zijn geen middeninkomens, mijnheer Blok. Mijn derde punt is dat ik denk dat die schooldirecteur van u enorm blij zou zijn met de extra leerkrachten die hij krijgt door ons plan.
De heer Blok (VVD): Het gaat om uw stelling dat u de arbeidskosten verlaagt. Die stelling is onjuist; u verschuift ze. Juist bij de mensen over wie u het hebt, haalt u de prikkel weg om zich extra in te zetten om
bijvoorbeeld meer te gaan werken of om schooldirecteur te worden. Er is op dit moment een tekort aan schooldirecteuren. U haalt de prikkels weg om meer uit de Nederlandse economie te halen. U maakt de Nederlandse economie niet concurrerender, u verschuift alleen maar.
De heer Bos (PvdA): Ik probeer het nog één keer. Het kabinet pleit voor het afschaffen van belastingkortingen bij werkgevers in het midden- en kleinbedrijf. Dat wordt nu een jaar opgeschoven, maar de geplande afschaffing blijft gewoon staan. Wij pleiten voor het permanent maken van dat type belastingfaciliteiten. Dat is dus het structureel lager maken van arbeidskosten. Dat financieren wij uit bestelauto’s en uit de OZB. Die lastenverschuiving werkt dus structureel gunstig voor het structureel goedkoper maken van arbeid. U vraagt zich wederom af of wij het innovatievermogen van Nederland bevorderen. Natuurlijk heeft het innovatievermogen van Nederland te maken heeft met wetenschappelijk onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en hoger onderwijs, maar wij moeten beginnen bij de brede basis van het voorbereidend beroepsonderwijs. Daar gaat 60% van onze leerlingen naar school. Een op de vier jongeren komt zonder diploma van die scholen af. Dat leidt tot enorme maatschappelijke kosten, wat slecht is voor onze groei en ons innovatievermogen. Daaraan willen wij wat doen.