Om 03:00 uur ‘s nachts naar Nederland-Argentinie kijken en daarna om 06:30 uur weer aan het werk moeten is geen goed idee. But I did it anyway. ‘s Morgens doodmoe de oogkliniek schoongeveegd, de wc’s geboend en daarna door naar het weeshuis, waar ik waakdienst had tussen 13:00 en 15:00 uur. Het regende en Dan Dan die ‘s middags wakker bleef verveelde zich duidelijk. Dus zette ik hem achter in de bakfiets en samen reden we naar de supermarkt om chocomelk te halen. Dat is hier erg zeldzaam. In het geheim maakten we melk warm en we deden dat bij de cacaopoeder. Hij vond het geweldig, zelfs nog toen het halve kopje over zijn kleren heen ging.
Na de siesta fietste ik met zuster Mali de stad in. Ik kocht een lockerkast voor het weeshuis, die ze al een tijd wilden hebben. Net op tijd, want het was de laatste in heel Houma nog! We keken ook voor twee nieuwe bakfietsen (waar de kids achterin kunnen). Die gaan we denk ik later deze week kopen. En we zochten naar een stoel op wieltjes voor Dan Dan zodat hij in de speelzaal anders kan bewegen dan door met zijn klompvoeten over de grond te schuiven, al zittende op een stoel. De bureaustoel op wieltjes die Mali aanwees leek mij echter niks, het looprekje in een soort ziekenhuiswinkel (anders kan ik het echt niet noemen) ook niet… Want is het wel verstandig om op een klompvoet te steunen/lopen? Zolang ik dat niet zeker weet, neem ik liever het zekere voor het onzekere. Kan er iemand in Nederland even een dokter bellen en vragen wat wijsheid in deze is, per ongeluk?
‘s Avonds kwam ik uitgeput terug bij de oogkliniek. ‘Ga je mee patat en sundae-ijs eten’ vroeg Barbara. Ik was eigenlijk veel te moe, maar uit recalcitrantie zei ik ja. Dus aten we patat en ijs. En we hadden zelf maar mayonaise meegenomen, want dat kennen ze hier nauwelijks. Boter hebben ze trouwens al helemaal nergens. Maar dan ook nergens. De taxichauffeur op de terugweg hoefden we niet eens te vertellen waar we heen moeten. Houma is net zo groot als Rotterdam, met 600.000 inwoners, maar wij zijn de enige buitenlanders. Heel Houma weet waar ‘De Hollanders’ wonen, winkelen en uitgaan!
Ondertussen was er ook mail van de notaris. Vrijdag 30 juni om 09.15 uur wordt er voor de levering van mijn nieuwe huis getekend. Niet door mij, want ik zit dan nog in China, maar door Marja. Eindelijk!
En vandaag was de grote dag voor de kinderen van het weeshuis… We gingen een ochtendje met ze uit. Met 18-en in drie taxi’s reden we naar een groot park, waar allerlei treintjes en hobbelpaarden stonden. Daar leefde alle kinderen zich een paar uur uit, tot zij en ik erbij neervielen. Ik schrok nog wel even toen we ernaar toe gingen, want toen alle kinderen werden aangekleed om mee te gaan, bleven twee jongens op blote voeten lopen. ‘Moeten zij niet mee’, vroeg ik. Het antwoord was ‘nee, want ze zijn dan te druk’. Een beetje een vaag antwoord, maar ik had zelf dan ook allang door wat de echte reden was. Het ging om Liang Liang en Jin Jin, de enige twee in de groep die een hazelip hadden. Schaamden ze zich voor hen? Of waren ze bang dat wij ons voor hen zouden schamen? Het was zinloos om te vragen. In plaats daarvan zei ik dus maar gewoon dat ik niet bang was voor drukke kinderen. En daarna namen we ze gewoon mee naar het park. Zelfs de meest lethargische kinderen leefden op. Heerlijk om te zien! Op de terugweg lieten we de taxichauffeurs nog een half uur omrijden, zodat iedereen nog eens wat anders zag dan alleen maar het weeshuis, het weeshuis en nog eens het weeshuis. Want de meeste kinderen komen nooit buiten de poort.
Eenmaal terug wandelde ik met Dan Dan’s rolstoel naar een fietsenmaker. De lekke band waar hij al vijf dagen mee rondreed was ik nu wel zat. Twintig minuten later en 2 yuan armer had meneer DD weer een fatsoenlijke set of wheels. En ik kon naar ‘huis’, om even uit te rusten…