Gepubliceerd in: Fiat Justitia, 23 december 2010 Geschreven door: Kirsten Verdel
DSB: en de moraal van het verhaal is…
Het thema van deze Fiat Justitia is “aansprakelijkheid'. Gezien het feit dat het blad onderdeel uitmaakt van de JFR zal deze term door de meeste lezers van dit artikel in een juridische context worden geplaatst. Ik wil daar graag een morele dimensie aan toevoegen. Ik ben door Fiat Justitia gevraagd om te schrijven over mijn boek over de ondergang van DSB, “Project Homerus – Het miljardenspel met DSB', met die aansprakelijkheid als thema. Dat woord duwde mijn gedachten naar twee zaken: mijn binnenkomst bij DSB en het faillissement.
Mijn binnenkomst bij DSB was zeer apart. Eind augustus 2009 ontving ik een e-mail van Dirk Scheringa, die vroeg of hij een keer met mij af kon spreken. “Dirk Scheringa, dat is toch die man van die foute leningen?' was mijn eerste gedachte. Google bood uitkomst: inderdaad, dat was hij. Ik had dubbele gevoelens: aan de ene kant wilde ik niets met zo iemand te maken hebben, aan de andere kant was ik vreselijk nieuwsgierig. De nieuwsgierigheid won het en zo kwam het dat ik enkele weken later tegenover de CEO van DSB Bank zat, in een café in Haarlem.
Ik zat met ongelooflijk wantrouwen aan tafel. Ik vertrouwde Scheringa en zijn bank voor geen meter. Voorafgaand aan ons gesprek had ik enkele documentaires over DSB gezien en het negatieve beeld dat ik had werd daarin bevestigd: DSB was de bank van de foute leningen en onnodige koopsompolissen. Daar wilde ik niets mee te maken hebben. Toen Scheringa mij in het gesprek uitnodigde om bij de bank te komen werken om het imago van DSB te verbeteren lachte ik hem dan ook vierkant uit. Geen haar op mijn hoofd die daaraan dacht.
Maar eerder in het gesprek had hij wel een aantal zaken gezegd die mij fascineerden. Hij stelde dat de bank sinds maart 2009 haar leven had gebeterd, geen koopsompolissen meer verkocht, een niet-goed-geld-terug garantie voor hypotheken had ingevoerd, evenals vaste hypotheekadviestarieven, lage hypotheekrentes, hoge spaarrentes, enzovoorts. DSB was volgens zijn zeggen op weg om “de beste consumentenbank van Nederland' te worden, dat was het doel. En voor de mensen die eerder producten hadden gekregen die ze niet nodig hadden gehad, zou compensatie komen via een regeling met Jelle Hendrickx, die de gedupeerden vertegenwoordigde.
Als alles wat hij zei waar was, dan zou dat bijzonder goed zijn voor de klanten van de bank, zo bedacht ik me. Dus stelde ik iets heel anders voor. Het imago van de bank verbeteren, dat kon alleen maar als de producten goed waren. Ik wilde wel eens controleren of wat Scheringa nu allemaal vertelde echt waar was. Ik stelde voor samen met een financieel onderlegde collega van het adviesbureau waar ik voor werkte enkele uren per week langs te gaan bij filialen van de bank, om te praten met callcentermedewerkers, adviseurs en klanten. Als ik dan dingen tegen zou komen die nog niet in orde waren, dan zou ik dat bij Scheringa melden die het vervolgens direct aan moest passen. Als hij dat niet zou doen, of hij zou ergens over liegen, dan zou ik niet alleen direct weer vertrekken, maar ik zou het ook nog eens aan de grote klok hangen, zo waarschuwde ik hem. Want mijn wantrouwen was nog steeds zeer groot. Scheringa waardeerde mijn openheid echter en in plaats van dat hij boos weg liep omdat ik hem schoffeerde, pakte hij de bal op en ging akkoord met mijn voorstel.
De opdracht werd uiteindelijk omschreven als: “Het doel is te komen tot een verantwoorde selectie en presentatie van verkoopmethodes, producten en processen in bijvoorbeeld de kredietbeoordeling en – verlening, die juridisch én moreel elke toetssteen kunnen doorstaan.' Aansprakelijkheid ging hiermee dus verder dan juridische aansprakelijkheid, het ging ook over moraliteit. DSB had in feite zichzelf moreel aansprakelijk gesteld voor de verkochte producten en wilde daar iets aan doen. Dit in tegenstelling tot andere banken , die gewoon door zouden gaan met het verkopen van soortgelijke producten.
Bijna een jaar ná de val van DSB zou de Autoriteit Financiële Markten bij monde van Theodor Kockelkoren in het Financieele Dagblad opmerken dat er nog steeds heel veel niet goed ging bij banken. In omfloerste bewoordingen liet hij doorschemeren dat het ook nog wel even kon gaan duren voordat daar echt beweging in kwam. DSB was toen allang weg, wat zogenaamd het zwarte schaap in de bankwereld was geweest. Niemand had er serieus werk van gemaakt dat bijvoorbeeld de Rabobank enkele maanden na de val van DSB 200.000 klanten met een Opmaathypotheek moest compenseren waarvan ze ten onrechte geld uit het spaargedeelte van hun hypotheek hadden gehaald. Ter vergelijking: dat is de helft van het complete klantenbestand dat DSB überhaupt had. Ook bijvoorbeeld de 380 miljoen euro die Achmea voor woekerpolissen moest compenseren haalde nauwelijks het nieuws. Net als de 780 miljoen euro compensatie die Fortis moest ophoesten.