De macht van het woord reikt ver, tot over het graf. De wetten van de macht die Machiavelli ooit op papier zette, zijn vandaag de dag nog steeds van kracht. Afgelopen week hebben we daar twee mooie staaltjes van mogen meemaken. Om te beginnen was daar de overwinning van Bush. Geheel in lijn met Machiavelli’s stelregels heeft hij gebruik gemaakt van het conservatieve gedrag van mensen indien er tegenspoed in de samenleving is. De redenatie is simpel: als het er slecht voor staat in een land, dan wil het volk houvast. In stabiliteit vinden zij die houvast. Het volk wil derhalve een standvastige leider, iemand waarvan ze weten wat hij zal zeggen, wat hij zal doen. Het volk wil weten waar het aan toe is en zoekt iemand die een visie heeft, opdat er weer gewerkt kan worden aan het bereiken van betere tijden.
De denkfout die veel journalisten, wetenschappers, democraten en andere mensen gemaakt hebben, is te denken dat die visie ook een goede visie moet zijn. Dat hoeft helemaal niet. Het volk wil een standvastige leider met een visie. Punt. En dat is dan ook (mede) de reden waarom Bush heeft gewonnen. Tot in het oneindige heeft Bush een paar standpunten herhaald. The war on terror moest gestreden worden, religie was zo belangrijk -en op basis daarvan zoiets als het homohuwelijk zo slecht-, dat soort zaken.
Kerry probeerde die standpunten onderuit te halen, wees op de chaos in Irak en fulmineerde over de grote financiële en sociaal-economische problemen in de Verenigde Staten. Maar die tactiek was niet handig, roepen dat het allemaal anders moest. Het volk in nood wil standvastigheid, het volk in nood wil juist helemaal niets veranderen. Er verandert namelijk al zo veel en dat is al zo beangstigend…
Het enige wat Bush nog hoefde te doen was wijzen op de vermeende fladderigheid van Kerry. Dat deed hij met zoveel verve dat de grap ‘Kerry has an opinion on everything. In fact, he has 78 opinions on everything’ al snel rond ging. En als het beeld dat Bush wilde oproepen al zo goed is overgekomen dat er zelfs grappen over gemaakt worden, dan ben je als opponent hopeloos verloren. Machiavelli uit het boekje!
Een tweede voorbeeld is het wel/niet/wel/niet overlijden van Yasser Arafat. Wat doe je als een leider op sterven ligt en de troonopvolger staat nog niet klaar? Dan rek je tijd, net zolang tot die troonopvolger wel gevonden is, of totdat de voorbereidingen voor het vinden daarvan op zijn minst zijn afgerond. En dus overleed Arafat niet, maar raakte hij in een diepe coma. En op 9 november raakte hij zelfs in een nog diepere coma. De grenzen aan het comateuze bleken keer op keer verlegd te kunnen worden in die eerste weken van november. Op het moment van dit schrijven geven ‘officiële bronnen’ hem nog ‘enkele uren’ te leven. Een teken dat men er klaar voor is wellicht.
Zal er een feniks uit zijn as herrijzen? De koning is dood, leve de koning?
Over oude wetten gesproken!