Nadat ik gister merkte dat ik al zes uur onafgebroken naar mijn computerscherm had zitten staren, besloot ik om maar eens te gaan ontbijten (!) en het zonlicht op te zoeken. Voor ik het wist was ik Capitol Hill af en ik stapte in de metro naar Arlington Cemetery, op zoek naar het graf van Robert F. Kennedy. Een bezoek dat ik al wekenlang op mijn agenda had staan.
Het was zinderend heet en Arlington Cemetery is heuvelachtig. Het was dan ook een zware wandeltocht richting het graf. Maar voordat ik daar aankwam, werd ik ineens opgeschrikt door geweerschoten. Ik keek links van me en zag een zestal soldaten staan die net een eerbetoon hadden gegeven aan een gesneuvelde soldaat, die op het heetst van de dag werd begraven. Het bleek een 19-jarige soldaat te zijn die om het leven was gekomen in Irak. 19 jaar! Het zijn altijd de jongsten die een oorlog in worden gestuurd. Onervaren, onbevangen en uiteindelijk… hier… Niet veel later zag ik de auto’s van de rouwstoet voorbij rijden. De voorste met een ‘support our troops’ sticker, de auto erna met een kentekenplaat met ‘4ROCCO’ erop. Ik voelde me machteloos en gefrustreerd.
Het graf van John F. Kennedy is de grote trekpleister van Arlington Cemetery. Busladingen toeristen worden er afgeleverd bij de eeuwige vlam die over het graf waakt. In een halve boog staan beroemde uitspraken gebeiteld, die verweerd door de elementen en tijd nauwelijks meer leesbaar zijn.
Het graf van Robert ligt enkele tientallen meters verderop, afgezonderd in een vrij open ruimte. De belangrijkste quote uit zijn toespraak in 1966 in Zuid Afrika, die ik uit mijn hoofd ken, stond daar duidelijk zichtbaar in een muur vastgelegd: ‘Each time a man stands up for an ideal, or acts to improve the lot of others, or strikes out against injustice, he sends forth a tiny ripple of hope. And crossing each other from a million different centers of energy and daring, those ripples build a current, that can sweep down the mightiest walls of oppression and resistance’.
Ik mis RFK!