AD/RD 19 augustus 2005
Het Rotterdamse PvdA-statenlid Kirsten Verdel wil dat de Verenigde Naties (VN) het voortouw nemen bij de bestrijding van spam op het internet. Verdel stelt dat in haar scriptie over bestrijding van deze ongewenste reclame en onzinmails. De studente bestuurskunde vindt een nieuwe organisatie tegen vervuiling van internet niet nodig, omdat de VN een goed platform biedt waarop vele landen verenigd zijn.
Verdel werd voor de zomer lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland en werkt bij een internetaanbieder. De VN zou er volgens haar voor moeten zorgen dat spamwetgeving wereldwijd in overeenstemming wordt gebracht. Nu zijn er nog veel landen zonder wettelijke maatregelen tegen spam. Ook tussen de landen met spamwetgeving bestaan grote verschillen.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) speelt momenteel een leidende rol bij de internationale discussie over spam, maar Verdel vindt het een nadeel dat minder landen lid zijn van de OESO dan van de VN.
Verdel vindt het noodzakelijk dat consumenten, internetproviders, overheden en consumentenorganisaties samenwerken en behalve voor regelgeving ook zorgen voor technisch goede spamfilters, zelfregulering en bewustwording bij de ontvanger dat het niet verstandig is om op zulke e-mails in te gaan.
De combinatie van die verschillende maatregelen moet zorgen dat het spamprobleem ‘beheersbaar’ wordt. ,,Want dat we ooit helemaal van de spamberichten verlost zullen zijn, is onwaarschijnlijk,” zegt Verdel.
Tussen Amerika en Europa bestaan grote verschillen. Nederland en andere lidstaten van de Europese Unie hanteren een opt-in-regime voor spam, terwijl de Verenigde Staten van Amerika hebben gekozen voor een opt-out-regime. Dat betekent dat bedrijven consumenten in Europa alleen mogen e-mailen als consumenten van tevoren toestemming hebben gegeven. In de Verenigde Staten moeten mailverzenders de ontvangers de mogelijkheid bieden hun adres uit een spamlijst te laten verwijderen.
,,De verschillen hebben veel te maken met de invalshoek van de overheid in een land of regio,” zegt Verdel. ,,Probeert de overheid de samenleving te sturen of laat de overheid de markt het werk doen? Is er meer aandacht voor economische ontwikkeling in een gebied, of zijn er juist felle lobby’s vanuit de samenleving voor de bescherming van de consument op gebieden zoals vrijheid van meningsuiting en privacy?”