Na de ellende van de afgelopen twee dagen moest ik vandaag voor het eerst aan het werk in het weeshuis. Vanaf het moment van binnenkomst tot het moment waarop je vertrekt ben je continu bezig. Luiers wassen (wat een dagtaak is), spelen met kinderen, een spastisch meisje helpen met leren lopen, de altijd aandacht opeisende 7-jarige Er Dan een beetje uit de buurt houden, maar tegelijkertijd ook lief tegen hem blijven, kinderen eten geven (wat vervolgens overal terecht komt behalve in hun maag), poep opruimen die overal in de speelzaal en buiten op het binnenplein ligt, zelf even snel een hapje eten en daarna alle kinderen onder de douche zetten en ze naar bed brengen.
Mijn wereld werd op slag een stuk kleiner vandaag. Het is duidelijk dat er te weinig personeel is. Met vier mensen uit onze projectgroep en 1 zuster en een stuk of 5 of 6 andere ‘workers’ zoals wij ze noemen zijn we er nog lang niet. Alleen voor het hoogstnoodzakelijke, zoals voeding en sanitaire verzorging, is tijd. Er is absoluut geen tijd om de kinderen die niet naar school kunnen, maar wel onderwijs zouden moeten krijgen iets bij te brengen. En er zijn ook vrijwel geen boeken om ze te laten zien trouwens. En er is dus ook geen tijd voor de mensen die hier werken om een opleiding te volgen. Of om op welke andere manier dan ook kennis te verkrijgen over het opvoeden van gehandicapte kinderen. Ze zijn van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat in touw, maar ze zien zelf ook dat het niet voldoende is. Ik ben na 1 dag al gefrustreerd, ik kan me nauwelijks voorstellen hoe het voor die mensen moet zijn, die hier veelal al jaren werken.
1 van mijn frustraties wil ik morgen meteen oplossen. Urenlang waren we vandaag bezig om de was te doen. Er staan twee wasmachines die slechts deels automatisch werken. Kleren wassen gaat hier als volgt:
– de vuile was gaat in een wasmand
– de echte poepluiers worden eerst in een waterbak schoongeschrobt
– daarna gaat de was in een bak water om te weken
– dan gaat de was in de wasmachine
– handmatig (met teiltjes of een fietsband die als tuinslang functioneert) moet er water in de wasmachine gedaan worden
– de wasmachine wordt aangezet
– de was wordt uit de wasmachine gehaald en in een teil water gedaan, waar het met de hand gespoeld moet worden
– de was wordt in een tweede teil gedaan, om nog eens te spoelen
– de was gaat terug in de wasmachine, in een aparte bak voor de centrifuge (die zo klein is dat er vaak twee keer nodig is om alles te kunnen verwerken)
– de was wordt uit de centrifuge gehaald en wordt opgehangen
– het water wordt bij de ene wasmachine handmatig en bij de ander automatisch uit de machine verwijderd
Dat duurt dus veel te lang. De machines zijn oud en het werkt veel te omslachtig. Ik heb dus voorgesteld aan hoofdzuster Mary om twee nieuwe wasmachines te kopen, op onze kosten. Dat vond ze een erg goed idee, dus morgenochtend om 9 uur gaan we de stad in om er twee uit te zoeken. Wat het extra leuk maakt, is dat de was normaal gesproken door een man wordt gedaan die er de hele dag mee bezig is (en nu even op vakantie is). Die heeft straks zijn handen vrij om andere dingen in het weeshuis te doen. Dat is dus hard nodig, ze komen vele handen tekort…