Op het vliegveld, waar het eerste wat we zagen een Starbucks was, met daarnaast een KFC, stond een grote groep schoolmeisjes met een enorme poster van een Chinese popster. Het zei ons uiteraard niets, maar wat konden die meisjes gillen zeg! En dan was die jongen zelf niet eens in de buurt. Ik vroeg me niet veel later af of ik zelf niet ook moest gaan gillen, toen een vrouw mijn tas bijna uit mijn handen rukte omdat ze die per se wilde dragen. Ik had daar helemaal geen zin in, maar kwam met geen mogelijkheid van haar af. Achteraf hoorde ik dat ik schijnbaar veel te beleefd was gebleven. Ik had haar fysiek weg moeten duwen en snauwen. Niks voor mij.
Eenmaal in Peking reden we direct naar Tianan’men Square. Dat was veel groter en grauwer dan ik verwacht had. Een enorm schilderij van Mao markeerde aan het eind van het plein de ingang naar de Verboden Stad. Die waren ze net op aan het knappen. Alles wordt geschilderd en gerenoveerd. Heeft natuurlijk alles te maken met de Olympische Spelen van 2008. Wat ook opvallend was bij Tianan’men: alle soldaten die daar postten, hadden 1 klein brandblussertje naast zich staan. Schijnbaar om zelfmoordpogingen van Falun Gong aanhangers te stoppen. Een nogal bizar idee.
Na het restaurant stond het treinstation op de agenda. We zouden de nachttrein naar Taiyuan nemen immers, waar de universiteit van Shangxi zit. We waren er al voor gewaarschuwd en het bleek te kloppen: het station was ongelooflijk druk. Denk aan Amsterdam Centraal op Koninginnedag, maar dan elke dag. Ongelooflijk.
De treinreis was heerlijk. Het kostte nogal moeite om me op drie hoog in de trein in mijn bed te vouwen, maar ik sliep als een roos. Had ook te maken met mijn jetlag denk.
Vanmorgen om half acht kwamen we aan in Taiyuan. Waar we in Peking al veel ‘last’ van hadden, was hier nog erger: iedereen staart je aan alsof je van Mars komt. Veel buitenlanders zien ze hier niet, laat staan 26 tegelijk. Ik glimlach gewoon elke keer lief terug.
Zometeen krijgen we een rondleiding over de campus en daarna is de rest van de dag vrij. Dat is wel even prettig. Het weer is aardig nu. Een graad of twintig, waterig zonnetje, want het heeft net geregend.
Ik ga snel even douchen. Eens kijken of ik die Gobi-woestijn kwijt kan raken.
Geen idee wanneer ik weer internet heb. I’ll be in touch. Foto’s probeer ik later nog.