Klimaat- en milieuproblemen zijn niet links of rechts. Maar ze worden wel mogelijk gemaakt door politieke keuzes. Bijvoorbeeld door het toestaan van vervuilende industrie, of door akkoord te gaan met ontbossing, of door miljoenen auto’s op fossiele brandstoffen te laten rijden.
We kunnen die problemen voorkomen door andere politieke keuzes te maken. Dat is belangrijk, want klimaat- en milieuproblemen hebben grote sociale gevolgen: ze veroorzaken droogte, overstromingen en ziektes. Ze zorgen voor grootschalige migratiestromen, armoede, hongersnood en sociale onrust. Sociaaldemocraten moeten daarom hun verantwoordelijkheid nemen en streven naar het maken van de juiste keuzes om deze problemen te voorkomen. Waar mogelijk moeten zij de gevolgen dempen en veranderingen in de goede richting initiëren en aanjagen.
De meest fundamentele verandering die noodzakelijk is om klimaat- en milieuproblemen te lijf te gaan is het switchen van het gebruik van fossiele grondstoffen zoals olie en gas naar hernieuwbare grondstoffen zoals zon, wind en biomassa. Biomassa wordt ten onrechte vaak vergeten. Zon en wind zijn geweldig om energie uit te halen, maar veel olie wordt momenteel gebruikt om stoelen, telefoons, vliegtuigen, vorken en miljoenen andere voorwerpen van te maken. Biomassa heeft ten opzichte van zonne- en windenergie een unieke eigenschap: het kan als enige worden ingezet voor materialen en chemicaliën. Anders gezegd: op zonne-energie kun je niet zitten en verf kan niet van windenergie worden gemaakt.
Juist in Nederland liggen grote kansen op het gebied van het ‘verwaarden’ van biomassa. Wij zijn als geen ander in staat door onze technische kennis en ervaring de hoogst mogelijke productiewaarde uit organische grondstoffen te halen: grondstoffen voor de pharmaceutische en medische sector, groene chemicaliën, veevoer, enzovoorts. Dit biedt unieke kansen voor economie en werkgelegenheid. De overgang naar een biobased economy biedt kansen voor de landbouw, de agro- food industrie, de chemie, de biotech sector, de handel, de kennisinfrastructuur, de energiesector, de havens, de industriële complexen en de logistieke sector, evenals voor economisch en ecologisch duurzame innovaties. Dat laatste is zeer belangrijk, omdat er natuurlijk wel rekening gehouden moet worden met de biodiversiteit, de unieke omstandigheden van lokale economieën en het voorkomen van nieuwe food-for-fuel-achtige dilemma’s.
Het Nederlandse bedrijfsleven denkt het BNP in eigen land al in 2020 met €20 miljard per jaar te kunnen verhogen door op de biobased economy in te zetten.
Nederland als marktleider
Er zijn al veel initiatieven gaande op het terrein van de biobased economy. De papier- en kartonsector denkt daarmee in 2020 bijvoorbeeld een energiereductie van 50% te kunnen bereiken en in de chemie wordt er naar gestreefd om een kwart van de fossiele grondstoffen die in deze sector gebruikt wordt te vervangen door duurzame biogrondstoffen.
Het is zaak voor het nieuwe kabinet om de ontwikkeling naar een biobased economy te versterken en te versnellen door faciliterend op te treden. Zo kan onze afhankelijkheid van fossiele grond- en brandstoffen worden verminderd en kan Nederland een leidende economie op het gebied van de biobased economy worden. Dat is een grote uitdaging, want de afgelopen eeuw is onze hele economie ingericht geweest op het gebruik van fossiele grondstoffen. Een complete systeemverandering is derhalve vereist.
De ontwikkeling van de biobased economy vraagt zowel op nationaal als Europees niveau dus om een geïntegreerde benadering, een systeembenadering. Naast technologische oplossingen zijn daarbij ook aandacht voor infrastructuur, logistiek, marktontwikkelingen en veranderingen in overheidsregulering vereist. De transitie kan alleen slagen in nauwe samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid en wetenschap. De huidige programmatische overheidsaanpak is hiervoor uitermate geschikt gebleken. De vier belangrijkste zaken die een nieuw kabinet zou moeten regelen zijn het zorgen voor samenhangend, integraal beleid, het creëren van een gelijk speelveld, het ondersteunen van technologische ontwikkeling door te investeren in innovatie en het werken vanuit een marktgedreven aanpak.
Dit kan bijvoorbeeld door een fiscaal investeringsklimaat te creëren met gelijksoortige subsidie- en demonstratieregelingen als in het buitenland. Zo worden gelijke economische en ecologische kansen gewaarborgd. Ook kan de innovatieve kracht van het bedrijfsleven worden versterkt door gezamenlijk te investeren in pilot- en demonstratiefaciliteiten op het gebied van bioraffinage, wat noodzakelijk is om biomassa om te kunnen zetten in bijvoorbeeld brandstof, energie, chemicaliën of veevoer.
Door dit type maatregelen te nemen zetten we serieuze stappen in de preventie van nieuwe klimaat- en milieuproblemen. Het zal tijd en moeite kosten en niet alleen in Nederland, maar wereldwijd moeten voorlopig ook nog ontzettend veel van de eergenoemde sociale gevolgen worden aangepakt, maar een beter milieu begint bij jezelf, leerden we in de jaren ’80 al. Dus laten we deze stappen zetten.
Door: Kirsten Verdel
2 responses to “Blog: De noodzakelijke weg naar een groene economie”
Goed geschreven! Nederland loopt helaas op verschillende punten op gebied van milieu aardig achter. Er zijn wel veel windmolens etcetera, maar Nederland is bijvoorbeeld, op Frankrijk na, het minst duurzaam als het op energie aankomt. Geld speelt toch een grote rol. Dat gaan spannende verkiezingen worden in maart! Ik pleit in iedergeval ook zeker voor een biobased economy, maar we hebben nog een lange weg te gaan.
Als je kijkt wat er tegenwoordig mogelijk is op het gebied van duurzame energie verbaast het me heel erg dat er nog niet veel meer duurzame energie word opgewekt, zonde.