PvdA – Integriteit: een debat zonder eind


photo 2-14Onlangs verscheen het PvdA-rapport Een debat dat nooit eindigt van de door het partijbestuur ingestelde Werkgroep Integriteit. Het belangrijkste punt van het rapport zit volgens de werkgroepleden meteen in de titel: om scherp te blijven moet je de discussie over wat integer is en wat niet, continu blijven voeren. Lokaal Bestuur sprak met Chris Leeuwe en Joop van den Berg, twee van de werkgroepleden, en met Annie Brouwer-Korf, die de situatie in het Rotterdamse Feijenoord onderzocht.

Wie: Chris Leeuwe
Wat: Oud-burgemeester Lelystad, lid Werkgroep Integriteit

Hoe is het rapport van de commissie tot stand gekomen?
‘Er werd geconstateerd dat de oude erecode alleen ruimte bood voor het aanspreken en royeren van leden. Daartussen zat in wezen niets. We wilden de discussie over integriteit verbreden en zijn daarom met een wat breder maatschappelijk kader begonnen.’

Waar is de meeste discussie over geweest?
‘We merkten dat als er integriteitskwesties aan de orde kwamen waarbij bekende partijmensen in het geding waren, er ogenblikkelijk over integriteit, veroordeling en zakkenvullerij werd gesproken. Wij meenden dat er teveel sprake was van zwart-wit denken en vroegen negen bekende partijgenoten hoe ze nu, nadat ze ooit een publieke functie hadden bekleed, optreden. En of ze belemmeringen ervoeren in hun huidige functies. Ze voelden zich door de PvdA in een hoek gezet. Het zou hen alleen om geld en aanzien gaan. Dat was naar onze mening een onevenwichtig beeld.’

Er wordt te snel geoordeeld door partijgenoten?
‘Ja, we merken dat partijgenoten, soms ook mensen in het partijbestuur, vaak snel een oordeel klaar hebben, meestal beïnvloed door media en publieke opinie. We adviseren daarom een sluis in te bouwen waarbinnen een aantal mensen het probleem eerst goed analyseert: eerst rust in de tent, dan analyse van het probleem, dan een advies en daarna pas een publieke reactie. Daarom hebben we ook geadviseerd een permanente integriteitscommissie in te stellen.’

Er is veel discussie over wachtgeld, hoe moet daarmee worden omgegaan?
‘Je moet dan dus eerst kijken wat er precies aan de hand is. De erecode biedt daarbij een moreel kader, maar wachtgeld is een wettelijke regeling. Mensen hebben een bepaalde functie waarbij ze recht hebben op wachtgeld, en de verplichting om te solliciteren vanuit die regeling. De commissie vindt dat je op een sobere manier gebruik mag maken van de regeling. Het liep in de praktijk soms echter uit de hand doordat mensen het wachtgeld als inkomen gingen beschouwen in plaats van als overbruggingsmogelijkheid naar een andere baan.’

Rinda den Besten gebruikte het als overbrugging, maar kreeg veel kritiek?
‘Je kunt opstappen omdat je daartoe gedwongen wordt of omdat je zelf vertrekt. In beide gevallen is het legitiem om aanspraak te maken op de regeling. Er werd te snel over haar geoordeeld, wellicht ook omdat ze zelf zei dat ze op vakantie ging. Het partijbestuur had daar enige stilte in acht moeten nemen, men had de situatie eerst serieus moeten bekijken.’

In het rapport staat dat de partij vertrouwen als uitgangspunt moet hanteren, niet wantrouwen. Maar als het over strafbare feiten gaat vindt de commissie dat PvdA’ers (tijdelijk) terug moeten treden op het moment dat ze voor de rechter staan. Dat getuigt toch niet van vertrouwen?
‘Daar zit inderdaad een grote spanning. Het is ingewikkeld: je moet je er van bewust zijn dat je als politieke figuur in een glazen huis leeft. Mensen letten meer op je dan op gewone burgers en je wordt geacht voorbeeldgedrag te tonen. Neem dat VVD-Kamerlid dat voor de tweede keer met alcohol op was gepakt. Dan speelt ook de publieke moraal daar een rol bij. Voorbeeldgedrag is dan echt belangrijk. Het is logisch dat zo iemand zich dan ten minste tijdelijk terugtrekt.’

Maar wat als iemand onschuldig is? De PvdA heeft dan ook al olie op het vuur gegooid door iemand te vragen zich terug te trekken?
‘Draai het eens om: wat als je niks doet?’

Je zou kunnen kiezen voor een optie waarbij je zegt dat je de uitspraak van de rechter afwacht, en tot die tijd geen mededelingen doet. Achter de schermen kun je de persoon in kwestie dan wel verzóeken terugtrekking in overweging te nemen.
‘Als er een aangifte is, daarna een proces-verbaal is en het OM gaat tot vervolging over, dan lijkt het ons verstandig te adviseren dat de betrokken persoon zich een tijdje terug trekt. Als hij dat niet doet, raakt hij óók in opspraak, dan is er ook gedoe. We moeten op het belang van de persoon en op het belang van de partij letten. Het is wat ons betreft echter geen rigide regel. Het hangt af van de aard en ernst van het misdrijf of er een advies volgt dat iemand zich terug zou moeten trekken. Het partijbelang en de erecode tellen daarbij zwaar mee.’

Wie: Annie Brouwer
Wat: Oud-burgemeester Utrecht

In het Rotterdamse Feijenoord is veel gedoe geweest over mogelijk onterechte subsidieverstrekking door de PvdA, belangenverstrengeling, taalproblemen en andere zaken. Integriteitskwesties?
‘Daar wordt het in de media wel op gegooid, maar dat is te kort door de bocht. Wim Cornelis en ik zijn door de Rotterdamse afdelingsvoorzitter gevraagd om te kijken hoe we een en ander weer in goede banen konden leiden in Feijenoord. Dat was naar aanleiding van een eerder een rapport van het bureau BING. In dat rapport stond dat er wel correct was omgegaan met de subsidieverlening, maar dat er wel fouten zijn gemaakt. Dat wil niet meteen zeggen dat je niet integer bent. In óns rapport, ‘Koers houden in roerige tijden’, concludeerden Wim en ik dat de meeste raadsleden niet goed wisten waar de deelraad eigenlijk over ging. Dat is een gebrek aan kennis, maar staat los van integer handelen.’

Geldt dat ook voor de spanningen tussen loyaliteiten van deelraadsleden ten opzichte van de partij en van verenigingen en dergelijke waar die raadsleden bij zijn aangesloten en voor het punt dat de Feijenoorders alleen in de raad zouden zitten vanwege het geld?
‘Wat betreft het eerste punt moeten we vooral zorgen dat we die spanningen bespreekbaar houden. Volgens het BING onderzoek zijn geen grenzen overschreden. Wel kan de toon waarop raadsleden elkaar en ambtenaren aanspreken een stuk beter. Eigenlijk pleiten we vooral voor permanente scholing en permanente discussie waarbij waarden voor de PvdA aangaande integriteit besproken worden. Het tweede punt is verkeerd opgepakt door de media: ons punt is dat het niet goed is wanneer raadsleden hun vergoeding zien als vast onderdeel van hun inkomen. Dat is niet gezond.’

Wat vind je van het rapport van de Werkgroep Integriteit?
‘De commissie adviseert om niet te snel een oordeel klaar te hebben bij integriteitskwesties, maar daar eerst gedegen onderzoek naar in te stellen. Dat sprak mij zeer aan, want de druk van media is vaak heel groot. Ik vind het belangrijk dat er een herzien, geactualiseerd kader is en dat er een vaste commissie komt die onafhankelijk is en gaat uitzoeken of er daadwerkelijk sprake is van niet integer handelen. Dat brengt rust.’

Wat vind je van de discussie over strafzaken?
‘Die is lastig. Aan de ene kant ben je pas veroordeeld als je veroordeeld bent. En het is ook weer niet zo dat als het OM een zaak start, dat die dan ook altijd wordt doorgezet. Daar staat tegenover dat zodra er een zaak is, je als aangeklaagde persoon zo kwetsbaar wordt, dat ik me goed kan voorstellen dat je gebruik maakt van de optie om je op z’n minst tijdelijk terug te trekken. Bij zwangerschap gebeurt dat ook. Ik ben zelf jarenlang voorzitter geweest van de Raad van Toezicht bij de Reclassering en ik vond dat iemand altijd een kans moet krijgen. Er moet wat mij betreft dus ook wel meer aandacht komen voor rehabilitatie op het moment dat iemand níet schuldig blijkt te zijn, en daar is de PvdA onvoldoende sterk in.’

Gebeurt dat überhaupt wel in de partij?
‘In Amersfoort speelde die zaak van dat raadslid dat zelfmoord gepleegd had, nadat hij eerst 65.000 uit de partijkas had verduisterd. Eerst werd landelijk en door de lokale afdeling het standpunt ingenomen dat het stichtingsbestuur dat toezicht moest houden op de kas had verzaakt en dat de leden ervan daarom geen functie in de partij meer mochten uitoefenen. Op verzoek van Hans Spekman heb ik mij met die zaak bezig gehouden. Mijn conclusie was: ze zijn onhandig geweest, maar zij waren niet degenen die het geld gestolen hebben, dus om het dan op voorhand onmogelijk te maken om op een lijst te komen leek niet goed. Ze zijn toen op de alfabetische lijst gezet, waarna de twee betrokkenen alsnog op de lijst kwamen. Dat was voor hen heel belangrijk. De presentatie van de Werkgroep Integriteit kwam toen ook net naar buiten. Dat zij wel integer waren en hadden gehandeld was voor hen van groot belang.’

Niet te snel oordelen dus.
‘Precies, en in gesprek blijven. De erecode is het vertrekpunt van de discussie, niet het sluitstuk.’

Wie: Joop van den Berg
Wat: Oud-hoofddirecteur VNG en voormalig lid Eerste Kamer

Is er een verschil tussen dom handelen en integer handelen?
‘Tja, het gaat inderdaad soms meer over beoordelingsvermogen dan om daadwerkelijk niet integer handelen. Je moet bijvoorbeeld op een gegeven moment wel de gave hebben om te weten dat je op verre afstand van de idealen van de PvdA werkzaam bent, waarbij je misschien nog wel nuttige dingen doet, maar de hoofdlijn uit oog verloren bent. Dat zie je soms bij het aanvaarden van nevenfuncties, waarbij je voortdurend in de gaten moet houden dat je jezelf niet op een onaangename manier tegenkomt. Dat je dingen niet echt goed meer uit elkaar houdt, of dat je daar simpelweg de kans niet voor krijgt. Soms is het niet duidelijk of zaken elkaar bijten. Je wordt dan snel beschuldigd van belangenverstrengeling, terwijl dat misschien helemaal niet aan de orde is.’

Wat vind je zelf het belangrijkste uit het rapport?
‘Dat de integriteitsdiscussie eigenlijk alles te maken heeft met een meer algemene discussie over idealen en beginselen en dat je die niet te ver van elkaar vandaan moet trekken. In beide gevallen gaat het over de kernwaarden van de sociaal democratie, en niet zozeer over regeltjes en voorschriften. Integriteit is wat mij betreft dus ook niet alleen maar terug te voeren op kwesties van geld of bezit, maar ook van spreiding en het delen van kennis en macht. Het is dus van het grootste belang dat je die niet te ver uit elkaar trekt. Anders krijg je een wel erg makkelijke vorm van verdachtmaking.’

Hoe linkt  spreiding en delen van kennis en macht aan integriteit?
‘De PvdA is voor een deel meegegaan met een oriëntatie op de markt en het bedrijfsmatig opereren van de overheid en semi-overheid. Daardoor ontstonden allerlei morele vragen die er vroeger in die mate niet waren. We vragen tegenwoordig van bestuurders dat ze ondernemend zijn, maar als wij niet willen dat dit ontaardt in ‘geregel’ moeten we ons realiseren dat regels en bureaucratie deel zijn van de rechtsstaat en niet een barriere voor daadkrachtig bestuur.’

Aan welke kant van de lijn eindigen we tegenwoordig?
‘De integriteitsdicussie is soms zo fel, dat er wordt overdreven. Nevenfuncties zijn al bij voorbaat verdacht. Alsof die per definitie in strijd zouden zijn met het algemeen belang. Maar ja, hoe denk je anders überhaupt je ambt uit te kunnen oefenen, zonder maatschappelijk binnding! De crus is: je moet met elkaar praten over waar de grenzen liggen. ‘

Vandaar het advies jaarlijks in politieke gremia over integriteit te praten?
‘Ja, in relatie met onze beginselen. Discussiëren over de erecode is veel belangrijker dan de erecode zelf. Discussie over wat er aan gedrag wel en niet aanvaardbaar is, dat is met een zekere regelmaat nodig. Omstandigheden veranderen immers, net als personeel, en opvattingen.’

De erecode is dus niet heilig?
‘We hebben de erecode proberen te ontdoen van alle kenmerken van regelgeving: het is nu een moreel appel dat alleen betekenis heeft als je het er over hébt. Dat ligt gevoelig, want mensen voelen zich snel in een hoek gedrukt. Maar als je zorgt dat je het debat structureel voert, wordt het ook minder eng.’

Geschreven door: Kirsten Verdel
Verschenen in: Lokaal Bestuur, maart 2014


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *