Ik had beloofd een verslag te schrijven van onze vakantie in Budapest. En belofte maakt schuld, dus zie hier. Miljoenen verslagen van uitstapjes, vakanties en andere tripjes zijn tegenwoordig te vinden op weblogs, dus deze kan er ook nog wel bij. Interessant voor de negen andere mensen die mee gingen, interessant voor de paar geinteresseerde vrienden en familieleden, vooral ook interessant voor mezelf (ik zie mijn weblog als een soort extern geheugen) en oninteressant voor de rest van de wereld. Maar dat is niet mijn probleem. 🙂
Dag 1 – Jules Verne is gezonken / Terras met gevaar voor eigen leven
Nadat we op 13 augustus van het vuurwerkfestival en (voor mij voor de tweede keer) van Hitchhiker’s Guide to the Galaxy in Scheveningen hadden genoten, vertrokken we op zondag 14 met het vliegtuig naar Budapest. En ‘we’ is dan Hans, Gerwin, Remco, Carola, Chester, Erwin, Wouter en ikzelf. Later kwamen Attila en Hugo er ook nog bij. En die eerste avond ontmoetten we ook Joris en zijn vriendin nog in het befaamde restaurant Jules Verne. Al eerder hadden we in dat restaurant gegeten namelijk en dat was toen ronduit goddelijk. Maar waar we van tevoren al bang voor waren, bleek ook zo te zijn: ze hebben een andere kok. Er is niets meer over van de klasse van Jules Verne. Ik hoef er nooit meer heen. Eeuwig zonde! Aansluitend zochten we nog een cafe op om de eerste avond af te sluiten, maar dat bleek lastiger gezegd dan gedaan. Uiteindelijk zaten we op een terrasje dat pal naast een erg drukke weg zat. 20 cm naar achter en je zou een auto over je heen krijgen. Enerverende ervaring, dat wel.
Dag 2 – Het OWC
Op de tweede, enigszins druilerige dag liet ik iedereen het vissersbastillion zien. En daar bleek dat de Hongaren het kapitalisme al helemaal in de vingers hebben. Om op de bovenste verdieping van het uitzicht te mogen genieten moest je 300 Forint (ongeveer 1,30 EUR) betalen. Dat was vorig jaar nog niet zo. Na het bastillion doken we de berg in: het grotmuseum. Het was erg druk, en dat is wat minder voor de sfeer daar, maar we vermaakten ons prima. Hierna was het de bedoeling dat we ook even de Gellert berg op zouden lopen, maar een deel van de vakantiegangers kwam daar tegen in opstand, omdat ze Absoluut en Nu Meteen een handdoek moesten hebben. Die waren ze vergeten mee te nemen uit Nederland. Ze gingen dus op zoek naar een Overdekt Winkel Centrum owc). Schouderophalend gingen Remco, Chester en ik alsnog de Gellert berg op. Lekker wandeltochtje. Daarna met de hele groep gegeten bij Menza, wat een uitstekend restaurant nabij Octogon was en toen terug naar het hostel. En wat bleek? De handdoek-groep die uren had gezocht naar een owc, had letterlijk en figuurlijk wat dichter bij huis moeten blijven. Pal tegenover ons hostel was een honderden meters lang, gigantisch owc. Om nog maar te zwijgen van de winkel vlak naast het hostel waar de handdoeken die ze verkochten nota bene in de etalage uitgestald waren. We vermaakten ons die avond met grappen over owc’s, in het owc, waar ook pooltafels en darts te vinden waren. Ook zagen we vol verbazing hoe een paar locals een van de gokkasten wisten te plunderen door een trucje. Terug in het hostel hielden we nog urenlang onze Franse verstekeling wakker (we zaten met zijn allen op 1 kamer, en daar was nog 1 andere gast bij die niet bij ons hoorde, een Franse jongen).
Dag 3 – Sziget
De volgende dag vertrokken we samen met John, een Amerikaanse jongen die ook in ons hostel zat, naar het Sziget festival, dat elk jaar op een eiland midden in de Donau plaatsvindt. Het was de laatste dag van het festival, waar zo’n 400.000 bezoekers op af kwamen. Ongelooflijk groot en vreselijk leuk. Je kon simpelweg genieten van de bands, zoals Buena Vista Social Club, Ignite, The Hives en een aantal kleinere dingen die ik zag waarvan ik geen idee heb hoe ze heten. Maar los van de artiesten was er zoveel meer. Ik noem maar even een lijstje dingen die ik gezien heb:
een rabbi waar je mee kon praten, een Hare Krishna tent, een Chi-tent, een jongen met gebroken been in een winkelwagentje, een catwalk met doorlopende modeshows, een zwembad, diverse boogschiet terreinen, een ontzettend gave ronde, houten koepeltent met bioscoopscherm (Victor Victoria!), volleybalvelden, een honkbalmachine, bungeejumpen, handlezers, tentjes van festivalbezoekers over echt het gehele eiland. Nog net niet
voor de podia, maar wel pal ernaast!En dan was er natuurlijk poppentheater, cabaret, opera (!), ballet, karaoke,
een kinderspeeltuin, en nog 1001 dingen die ik vergeet… Het was een leuke dag. En toen we ‘s avonds terug wilden naar het centrum en besloten de boot te nemen, namen we natuurlijk ook meteen de verkeerde boot. Dus voeren we een half uur ergens heen, en toen weer terug. En toen moesten we nog even wachten op de goede boot. Foutje, bedankt. Maar wel een gratis boottochtje over de Donau. Laten we dan maar even lekker Hollands redeneren, nietwaar?
Dag 4 – Terror Haza
Het Terror Haza kon absoluut niet overgeslagen worden bij ons bezoek aan Budapest. Dat was althans mijn mening. Chester was er al eens geweest, dus die ging zwemmen in het Szecheny zwembad. De rest ging met mij mee. En ook al had ik het museum zelf al eens gezien, het was weer net zo indrukwekkend als de eerste keer. Het museum begint met het einde van WWII en gaat dan al snel over op het communistische tijdperk. Waar voor ons in 1945 een einde aan de ellende kwam en een nieuw Europa verrees waarin wij zonder zorgen zijn opgegroeid, ging voor Hongarije de ellende nog decennialang door. Honderdduizenden mensen werden vervolgd, vermoord, of verbannen naar de Goelag. In wat nu Terror Haza heet, werden veel mensen gevangen gehouden, gemarteld en vermoord. In de kelder kun je nog cellen zien, waarvan er bijvoorbeeld eentje permanent onder een laag water van ongeveer 10cm staat. Je kunt er nooit met droge voeten in zitten dus, of slapen. Verder hangt het museum vol met tv-schermen met oude televisiebeelden en persoonlijke anecdotes van overlevenden. Het is meer dan indrukwekkend.
We gaan het centrum weer in en drinken wat koffie bij Cafe Anna, internetten wat in een goedkoop internet cafe en besluiten de dag met een diner bij Absint. Ook een restaurant waar we goede herinneringen aan hadden, maar dit keer blijken die herinneringen nog levend gehouden te kunnen worden. Het eten is prima, ook de chocolate bomb, die helaas wel iets anders van vorm en smaak is. Maar het mag de pret niet drukken.
Dag 5 – Museum en zwemmen
‘s Morgens duiken we een museum in op het Plein van de Helden, waar ook een Durer tentoonstelling blijkt te zijn. Die tentoonstelling stelde niets voor (1 kleine ruimte met maar een paar werken), maar het museum zelf staat garant voor uren kijkplezier. Daarna vertrekt bijna iedereen naar het Szecheny-bad, waar Chester eerder in de week met laaiend enthousiaste verhalen van thuis was gekomen. Ik zou Attila en Hugo opwachten in het hostel echter, dus ik begeef me in het centrum, waar ik op een binnenplaats van een groot pand een terras vind met een soort huiskamer setting. Ik lees daar een tijdje in Dark Tower 7, terwijl ik luister naar de verzamel CD van R.E.M. die op staat. De perfecte combinatie! Daarna wacht ik tot Hugo en Attila arriveren en ‘s avonds worden veel mensen Erg Dronken op dezelfde binnenplaats waar ik eerder die dag alleen zat. Om half twaalf haakt de helft af -including me- omdat we de volgende ochtend al vroeg weg moeten, maar Chester, Hugo, Attila en Hans gaan nog even door. Uren later komt Hugo Chester naar het hostel brengen.
Die laatste is straalbezopen van de unicum, een sterk alcoholisch drankje dat vreemde bij-effecten blijkt te hebben. Hij wordt er nog drukker van dan hij normaal al is. Het levert hilarische situaties op in het hostel en het duurt lang voordat