Geschreven door: Kirsten Verdel
Gepubliceerd in: Lokaal Bestuur, maart 2013
Per 1 januari zijn de 25 regionale politiekorpsen opgeheven. Het nieuwe politiekorps, de Nationale Politie, bestaat uit tien regionale eenheden, één landelijke eenheid en een landelijk concerndienst waarin ondersteunende afdelingen zijn ondergebracht. Bij de politiebonden is de Nationale Politie met veel kritiek ontvangen. Zo zou er teveel worden geredeneerd vanuit het beschikbare budget in plaats van het werk op straat en achter het bureau. Daarnaast speelt er nog iets anders, namelijk de vraag wat de Nationale Politie in de praktijk betekent voor gemeenteraden.
Wie: Songül Mutluer
Fractievoorzitter Zaanstad
Is er al veel voor jullie veranderd nu de Nationale Politie is begonnen?
‘In het verleden bespraken we het jaarplan, dat ter zienswijze aan de gemeenteraad werd voorgelegd. Wat veranderd is, is dat de raad nu zelf een integraal veiligheidsplan moet opstellen. Daardoor zijn we nu echt goed betrokken bij wat de politie betekent en moeten we duidelijke prioriteiten stellen.’
Heeft de raad nu meer of minder te zeggen?
‘Er moet nu ook een regionaal beleidsplan worden goedgekeurd. We zitten in onze regio samen met veertig gemeenten. Voorheen waren we sterk georiënteerd op Amsterdam, waar vanwege de haven veiligheidsaspecten vaak een rol speelden in de discussie. Nu moeten we ook samenwerken met gemeenten als Haarlem en Den Helder, waar we wat politiekwesties betreft minder overlap mee lijken te hebben. En als je dan met z’n allen één regionaal beleidsplan met prioriteiten moet maken, dan vergt dat natuurlijk veel meer overleg. De bestuurlijke drukte kan hierdoor toenemen. Wat mij in de hele discussie opvalt is dat terwijl je een trend ziet om veel zaken te decentraliseren, de invoering van de Nationale Politie juist het omgekeerde bewerkstelligt. Jeugdzorg komt straks naar de gemeenten omdat er dan effectiever en efficiënter gewerkt zou kunnen worden, maar nu worden bij de invoering van de Nationale Politie exact dezelfde argumenten gebruikt om het tegenovergestelde te doen, dat is wel apart!’
Welke prioriteiten hebben jullie gekozen?
‘Wij hebben gekozen voor over- vallen, geweld, high impact crime, jeugdoverlast en criminaliteit. Nu is dat goed gegaan, maar dat is geen garantie voor een volgende keer. Als er bijvoorbeeld minder capaciteit beschikbaar is en Haarlem of Den Helder totaal andere prioriteiten heeft, dan moet dat allemaal meegewogen worden. In de praktijk is niet duidelijk hoe dat gaat werken als prioriteiten elkaar niet overlappen.’
Wat zijn volgens jou de voordelen van de Nationale Politie?
‘Dat we worden gedwongen te focussen op echte veiligheidsproblemen en dat we echte keuzes moeten maken. Al met al ben ik kritisch optimistisch. Ik hoop dat de beoogde efficiencywinst kan worden behaald.’
Wie: Gabe van der Zee
Wat: Fractievoorzitter Tilburg
Wat heeft de komst van de Nationale Politie betekend voor de Tilburgse raad?
‘Peter Noordanus, onze burgemeester, was in de oude situatie al korpsbeheerder binnen de regio. Hij heeft het heel voortvarend opgepakt en ons al anderhalf jaar geleden uitgebreid geïnformeerd. We bespraken toen dus ook al onze prioriteiten. Wat dat betreft is er niet zoveel veranderd. Wel is het korps nu groter geworden en is het duidelijk dat de regie verder weg komt te staan. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt nu echt bij de minister en daarmee is er formeel meer afstand gecreeerd. Maar doordat onze burgemeester de leiding heeft over de regio-eenheid, valt het voor ons wel mee.’
Wat verandert er concreet door die afstand?
‘De zeggenschap van gemeenten is enigszins kleiner geworden. Als raad stel je prioriteiten, maar je bent niet eindverantwoordelijk. Dat was natuurlijk eigenlijk al zo: als raad heb je een adviserende rol over de prioriteiten, geen beslissende. De burgemeester blijft daar behoorlijk zelfstandig in, maar moet nu wel met nog meer andere gemeenten binnen de regio in gesprek. De discussie wordt dan ook groter.’
Vind je dat negatief?
‘Niet per se. De Nationale Politie brengt ook meer capaciteit, een efficiëntere werkwijze, meer blauw op straat. Op papier klinkt dat goed, ik hoop dat het in de praktijk ook zo uitwerkt.’
Is de rol van de raad veranderd?
‘Het is te vroeg om daar goede uitspraken over te kunnen doen. Ik maak me wel zorgen over het feit dat je als raad zo weinig te zeggen hebt over veiligheid, terwijl je democratisch bent gekozen. Maar dat probleem bestond natuurlijk ook al vóór de komst van de Nationale Politie.’
Wat zijn jullie prioriteiten?
‘We hebben ingezet op het terugdringen van het aantal overvallen, inbraken en openbare geweldplegingen. Ons doel daarbij was om uit de top 10 van meest criminele steden te verdwijnen, en dat is gelukt. We zijn dus heel tevreden. Nu is het zaak om de vinger aan de pols te houden. Daartoe voelen we de burgemeester ééns in de vijf weken in een commissievergadering aan de tand. Dat gaat dan overigens wel vaak over actuele aangelegenheden, zoals afgelopen jaar de wietpas.’
Is je uiteindelijke oordeel over de Nationale Politie positief of negatief?
‘Alles heeft zijn voor- en nadelen. Positief is het efficiënter en doelmatiger werken, het nadeel is de democratische legitimiteit van het geheel. Het wordt steeds lastiger om de wensen van de bevolking te vertolken. En het is toch erg belangrijk om doelen te formuleren die zo dicht mogelijk bij mensen liggen: waar hebben mensen nu echt last van?’
Wie: Ahmed Marcouch
Wat: Lid Tweede Kamer
Wordt veiligheidsbeleid lokaal anders ingericht door de komst van de Nationale Politie?
‘Een belangrijk voordeel is dat gemeenteraden nu wettelijk verplicht worden een veiligheidsplan te maken. Zo worden ze gedwongen na te denken over hun prioriteiten. Dat moet ook, want je hebt het bij veiligheid uiteindelijk over portieken, pleinen, huizen en mensen. Het is daarom ook erg belangrijk om input van wijk- en buurtbewoners te gebruiken bij het opstellen van het lokale veiligheidsplan.’
Hoe doe je dat?
‘Van Arnhem weet ik bijvoorbeeld dat de PvdA-fractie niet heeft gewacht op een plan van de burgemeester. Ze betrokken bewoners erbij, waarna de aanpak van overvallen prioriteit kreeg. Ook in Kerkrade ging de fractie zelf actief op pad. Zij spraken met ondernemers over criminaliteit. Je kúnt natuurlijk achterover leunen en het initiatief bij de burgemeester laten, maar dat is zonde. Als fractie heb je het initiatiefrecht. Dat is de taak van de lokale politiek. Zeggen: “ik heb het gehoord en k heb het gezien”, in plaats van citeren uit een notitie van de burgemeester.’
In de regio wordt bepaald hoe de capaciteit verdeeld wordt. Raken kleine gemeenten niet ondergesneeuwd?
‘Criminaliteit stopt niet bij gemeentegrenzen. Dus regionalisatie is zo gek nog niet. Sommige zaken moeten zelfs landelijk worden geregeld. Maar in de nieuwe wet is ook gewaarborgd dat de wijkagent blijft bestaan. De basistaken van de politie worden overal uitgevoerd. Het gaat bij de prioritering meer over de vraag voor welk recherchewerk je extra capaciteit inzet: voor het oplossen van gewelddadige overvallen, voor de aanpak van wildplassen, of voor het opsporen van inbrekers? Dat is eigenlijk niets nieuws, daar moesten altijd al keuzes in worden gemaakt.’
Wat als je als kleine gemeente hele andere prioriteiten hebt dan die grote?
‘Dan moet je het politieke gevecht aan. Als je het lokaal of regionaal echt niet opgelost krijgt, maar het wel belangrijk vindt, kun je altijd naar de Kamer stappen of de minister aanspreken. Die is immers eindverantwoordelijk. Maar het begint binnen de eigen gemeente. In de nieuwe wet kan de burgemeester niet langer zeggen: “Raad, bemoei je er niet mee, ik ga er over”, want de raad gaat er nu volgens de wet juist wél over.’
De reorganisatie bij de politie is nogal ingrijpend.
‘Het is zelfs de grootste in de geschiedenis, denk ik. Het is begrijpelijk dat de politiebonden onzeker, onrustig, kritisch én betrokken zijn. Elke reorganisatie brengt met zich mee dat een organisatie naar binnen gekeerd raakt en dat veel problemen moeten worden opgelost. Daar moeten we doorheen bijten. Als het goed is komt er net als bij renovatiewerkzaamheden iets nog mooiers uit de stofwolken te voorschijn. Ik ben allang blij dat er minimaal bezuinigd is op veiligheid. Er komt bij de politie zelfs geld bij. Dat vertaalt zich niet meteen in meer blauw, maar ook niet in minder.’
Hoe zie je de rol van de raad?
‘Als je voorheen naar de minister ging zei die: “ik ga er niet over” Als je naar de burgemeester stapte was het antwoord: “júllie gaan er niet over.” Nu is er veel meer duidelijkheid. En raadsleden hebben vaak meer macht dan ze nu denken, zoals Arnhem en Kerkrade laten zien. Geef altijd aan wie voor veiligheid verantwoordelijk is!’
Wie: Ralf Krewinkel
Wat: Burgemeester Beek
Is er veel voor je veranderd met de komst van de Nationale Politie?
‘In de gemeenteraad werd al een veiligheidsplan gemaakt, dat gebeurt nog steeds. Maar als burgemeester van Beek zat ik bijvoorbeeld altijd in overleg met buurgemeenten Stein en Schinnen. We bespreken daar hoe we gezamenlijk zaken als jeugdoverlast en woninginbraken kunnen aanpakken, want dat soort criminaliteit houdt zich niet aan gemeentegrenzen.’
Is dat een formeel overleg?
‘Nee, dat is gewoon erg praktisch. Er is gekozen voor een indeling op niveau van de Westelijke Mijnstreek, dus met Sittard-Geleen erbij, wat ook meteen de grootste gemeente in de groep is. Dat doen we om als regio gezamenlijk eerst onze prioriteiten te bepalen voordat we het grotere regio-overleg ingaan. Dat overleg is met de komst van de Nationale Politie gegroeid van 18 naar 33 gemeenten.’
Zie je dat als iets positiefs of juist negatief?
‘Het is vooral meer beleidsmatig, terwijl ons kleinere overleg sterk operationeel is. Binnen de politieregio Limburg wordt de capaciteit verdeeld. Ik verwacht daar op zich geen grote problemen mee, tenzij er ineens drastisch zou worden gesneden in de politiecapaciteit, dan wordt het een heel ander verhaal. Maar ik onderken ook wel dat het lastiger is om met 33 gemeenten te dealen dan met 4. Daarom hebben we in ieder geval dat vooroverleg, daarmee staan we ook sterker in het grotere geheel.’
De basistaken van de politie blijven altijd gegarandeerd, volgens Ahmed Marcouch.
‘Ik zal hem er aan houden dat ik me daar geen zorgen over hoef te maken. Kijk, in een kleine gemeenschap kunnen relatief kleine vergrijpen grote impact hebben, terwijl daar in grote gemeenten misschien heel anders mee wordt omgegaan. In Beek zijn onze prioriteiten woninginbraken, fietsendiefstal en veilige evenementen. Ik kan dan op papier wel voldoende wijkagenten hebben, maar het is nu gewoonweg nog niet duidelijk hoe dat in de praktijk wordt. Voor mij is van belang dat klein leed niet mag ondersneeuwen. Wijkagenten en zichtbaarheid in de dorpskernen vind ik heel belangrijk. Als ik nu bijvoorbeeld tien agenten heb en straks nog maar acht, dan scheelt dat al heel veel.’
Maar je weet dus nog niet hoe dat gaat lopen. Wat verwacht je dat er gaat gebeuren?
‘Ik verwacht dat recherchewerk wel effectiever gedaan kan worden nu korpsen bij elkaar worden gevoegd. Maar ik maak me zorgen over het veiligheidsbeleid in dorpskernen in kleinere gemeenten. We concentreren ons echt op het lokale, dat moet gewaarborgd blijven.’
Hoe gaat dat dan in Beek?
‘We hebben bijvoorbeeld de week van de veiligheid. We gaan dan de dorpskernen in en zo heb ik al met meer dan 500 mensen gesproken. In die gesprekken werd bijvoorbeeld bevestigd dat er overlast was rond een café, daar hebben we nu twee buitengewone opsporingsambtenaren opgezet, die bijna elk weekend actief zijn, tot tevredenheid van de buurt. En daar gaat het om.’
10 TIPS BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN VEILIGHEIDSPLAN
1. Wees duidelijk over welke effecten je wilt bereiken.
2. Stel concrete doelen: ‘Het aantal inbraken moet 10 procent omlaag.’
3. Informeer wat burgers belangrijke veiligheidsdoelen vinden.
4. Kies niet teveel prioriteiten. Less is more!
5. Gun jezelf de ruimte voor gedifferentieerd beleid: elke wijk is anders.
6. Veiligheid is dynamisch. Evalueer je plan tussentijds regelmatig.
7. Meet veiligheidsverbetering op wijk- of buurtniveau.
8. Nodig burgers uit om regelmatig de voortgang van je plan te bespreken.
9. Trap niet in de valkuil van: ‘we gaan er niet over.’ Je gaat er altijd over.
10. Zorg ervoor dat je weet welke bestuurlijke veiligheidsmiddelen er zijn.