Zaterdagochtend vertrok ik samen met Erwin naar Rock Werchter. Mijn plan was doordacht: we zouden rond 11 uur bij het hotel zijn, dat op een steenworp afstand van de ingang van Werchter lag. Daarna zou ik naar Therapy? en Pennywise gaan kijken, hetgeen lukte. Daarna weer terug naar het hotel om Live8 te kijken in de hotelkamer. Ik schreef op mijn blog natuurlijk al eerder over Live Aid (1985) en ik moest en zou Live8 nu ook zien. Ik zette precies op tijd de tv aan: U2 en Paul McCartney kwamen net het podium op. Urenlang bleef ik aan de buis gekluisterd, geroerd door de openingsnummers, door de speeches van Bono, Will Smith en Bill Gates, door het optreden van Annie Lennox. Ik zag R.E.M., Coldplay, Duran Duran en zoveel meer artiesten die tijd hadden vrijgemaakt om op Bob’s Live8 op te treden. Ik zag hem zelf ‘I don’t like Mondays’ zingen. Ik was zwaar geirriteerd door de Nederlandse presentatoren Claudia de Breij en Patrick Lodiers, die totaal onvoorbereid leken en eigenlijk ook gewoon niet geinteresseerd leken te zijn. Om nog maar te zwijgen over Henk Jan Smits, die NIETS in die studio te zoeken had en het verhaal nog erger maakte. Ik zapte dus naar Jonathan Ross op de BBC. Zij snapten het wel.
Tussendoor schakelde ik over naar de Tour de France, om daar Lance de tour op dag 1 al te zien winnen. En toen weer terug naar Werchter, voor Audioslave, die met RATM’s ‘Killing in the Name of’ het veld plat speelden, en daarna Nine Inch Nails, die eerst een fenomenale vertolking van ‘Hurt’ hadden, waarna ‘Head Like a Hole’ het netjes afrondde. Langzaam werd ik het weekend ingezogen. Het was goed zo!
Vanmorgen checkten we uit het hotel en ik trok weer naar het festivalterrein. Flogging Molly zette de Ierse folkpunkschuifpui wijd open en vanaf seconde 1 was het feest. Daarna door Werchter geslenterd met Erwin, tot we een cafe met tv tegenkwamen: weer de tour! Wat bleek, de Tom Boonen fanclub had het hele cafe afgehuurd. Erwin en ik leken echter de enige geinteresseerde kijkers te zijn, tot 30 seconden voor de finish. Toen klom iedereen ineens op de tafels en begon luid Tom Boonen aan te moedigen. Die dan ook prompt won.
Terug naar het festivalterrein, voor de Foo Fighters en R.E.M. Ik zal kort zijn: het was weer geweldig. Op rij 1 bij R.E.M., zoals gebruikelijk. Leuk was het moment waarop Michael Stipe een nummer aankondigde als ode aan de Ramones. Eerder in het weekend had iemand me gevraagd voor welke bands ik zoal kwam, waarop ik Pennywise en R.E.M. in een adem noemde. ‘Dat ligt wel erg ver uit elkaar toch?’ werd mij gevraagd. Ik vond van niet. En dat bleek dus ook met die ode, want eerder had Pennywise ook al een ode aan de Ramones gebracht. Roots mensen, roots…
Terug naar Nederland… om 03.30 uur thuis. En wat doe je dan? Dan boek je een ticket naar Edinburgh voor de volgende avond.
Ik wil erbij zijn, bij The Long Walk To Justice. Ik wil erbij zijn als hopelijk vele tienduizenden mensen ter plaatse aan de deur van de G8 kloppen en hen vragen om een keuze te maken die de koers van onze wereld kan veranderen. Ik wil erbij zijn, met in gedachten de vele miljoenen mensen die in hun hart er ook bij zijn, maar het fysiek niet redden. Ik wil niet achter de televisie zitten en kijken wat er daar gebeurt, niet dit keer. En natuurlijk ben ik maar alleen. En zelfs als er ik weet niet hoeveel mensen naar Edinburgh komen: ook dat is ‘slechts’ de zoveelste massa demonstranten.
Het maakt me niet uit. Het heet niet voor niets long walk to justice. De aanhouder wint. En dan winnen we allemaal.
(als je mee wilt doen, maar je kunt zelf niet naar Edinburgh komen, ga dan naar www.live8live.com en voeg je naam toe aan de lijst)