‘Als je iets wilt veranderen, moet je gaan stemmen’
Dat Kirsten Verdel (34) in 2008 in het campagneteam van Barack Obama zat, was geen toeval. Haar levensmotto vertelt het complete verhaal: ‘Het is beter te streven naar het onmogelijke, dan te berusten in het haalbare’.
Met het boek dat zij over die periode schreef werd Kirsten een bekende Nederlander. En ook na het verschijnen van haar tweede boek ‘project Homerus’ over het faillissement van de DSB-bank, was zij regelmatig te zien in televisieprogramma’s als Pauw en Witteman. Maar Kirsten is meer dan alleen schrijfster. Ze is communicatieadviseur, campagnestrateeg, vrijwilligster en geeft lezingen in binnen- en buitenland.
Je hebt veel verschillende dingen gedaan. Welke werkervaring is je het meeste bijgebleven?
In 2006 heb ik een half jaar vrijwilligerswerk gedaan in een weeshuis voor zwaar gehandicapte, te vondeling gelegde kinderen in China. De omstandigheden in dat weeshuis waren ronduit slecht. Twee geestelijk en lichamelijk volledig gehandicapte kinderenlagen bijvoorbeeld al jarenlang in een kamer, zonder kasten, zonder ramen, niks. Ik nam ze voor het eerst in drie jaar mee naar buiten. Hun reacties daarop vergeet ik mijn leven niet. Veel andere kinderen hadden een hazenlip of klompvoetjes en konden met een eenvoudige operatie geholpen worden. Maar het geld ontbrak. Dat ben ik toen in gaan zamelen. Een jaar later waren ze allemaal geopereerd, sommigen waren onherkenbaar veranderd. Op positieve wijze: een aantal van hen was zelfs al geadopteerd.
Waar komt die sociale betrokkenheid vandaan?
Ik ben opgegroeid in de Lijsterbesstraat in Roelofarendsveen, in ‘de kuil’ dus. Inmiddels ben ik in 58 landen geweest en weet nu dat er bijna geen zorgelozere omgeving bestaat om op te groeien. Er komen bij wijze van spreken maar drie auto’s per dag langs en er is veel speelruimte. Ik kon eindeloos stoepranden, voetballen en fietsen. Maar echt gevormd ben ik in mijn pubertijd. Op het Bonaventuracollege in Leiden kreeg ik les van een aantal maatschappelijk zeer bewogen docenten en ontmoette ik leerlingen die zich inzetten voor organisaties als Amnesty en Greenpeace. Dat trok me aan. Ik leerde er veel over principes als solidariteit, gelijke kansen en emancipatie. Daar groeide ook mijn interesse in de politiek.
Je hart ligt bij de politiek. Waarom?
Omdat het de plek is van waaruit je grote groepen mensen kunt bereiken en daadwerkelijk iets voor ze kan veranderen. Ik ben lid van de PvdA, ben Statenlid geweest in de provincie Zuid-Holland en heb diverse verkiezingscampagnes voor de PvdA geleid. Ik heb me ook beschikbaar gesteld voor de Tweede Kamer, maar kreeg geen verkiesbare plaats op de kandidatenlijst. Binnen de PvdA sta ik bij sommigen bekend als lastig en kritisch omdat ik erg principieel ben en een uitgesproken mening heb. In de Tweede Kamer zou ik nooit omwille van de ‘gewenste eenheid naar buiten toe’ voor het besluit gestemd hebben om de oorlog in Irak te steunen, die onder valse voorwendselen door de VS was gestart. De partijwerking en mijn eigen persoonlijkheid staan me dus in de weg om deze ambities waar te maken. Gelukkig kan ik via mijn werk als senior adviseur bij een communicatie- en lobbyadviesbureau toch een bijdrage leveren. Onze opdrachten dienen altijd een maatschappelijk doel. Bijvoorbeeld een project die de overgang naar de zogenaamde bio-based economy versnelt. Lees: we moeten af van fossiele grondstoffen als olie en over naar hernieuwbare, dus ‘biobased’ grondstoffen. Dat soort klussen!
Je bent zowel in Nederland als in Amerika betrokken geweest bij verkiezingscampagnes. Wat is het verschil daartussen?
In Amerika is er van alles vooral méér: meer media, meer campagnebudget, meer mensen, meer kennis De manier waaróp campagne wordt gevoerd, verschilt niet veel van Nederland. Zelfs het keihard op de man spelen, gebeurt hier ook. Ze hebben er daar alleen wat meer geld voor en zijn dus ook professioneler.
Waar voldoet een goede verkiezingscampagne aan?
Het belangrijkste is om één duidelijke boodschap te hebben, die ruim voor de verkiezingen wereldkundig te maken en continu te blijven herhalen. Zowel in de media als in gesprekken met kiezers. Wat dat betreft kunnen we wel van Amerika leren. De meeste Nederlandse partijen, waaronder ook de PvdA, hebben nog niet eens een duidelijke kernboodschap. Niet gek dat kiezers moeilijk onderscheid kunnen maken tussen de partijen. Waar ik me echt over verbaas is dat bijna alle politieke partijen pas eind augustus met hun verkiezingscampagnes zijn begonnen. Juist in de vakantieperiode is het komkommertijd in de media en is het makkelijker om aandacht te krijgen voor waar je als partij voor staat.
Waarom is het belangrijk dat mensen gaan stemmen?
Of je gaat stemmen, is je eigen verantwoordelijkheid. Maar dingen veranderen niet vanzelf. Als je niet stemt, moet je ook niet klagen.
Jij stemt al sinds 1999 in Rotterdam. Heb je nog binding met Roelofarendsveen?
Jazeker. Ik kom hier veel. Mijn ouders en een van mijn zusjes wonen hier. Ik heb in al die jaren bijna geen bloemencorso gemist en ik val bijvoorbeeld regelmatig binnen bij De Veen Gaat Vreemd. En wat ik heel graag doe, is op zondag – net als vroeger – een wedstrijd van DOSR 1 kijken. Toch mijn club!
Geschreven door: Annemieke de Man
Editie: September 2012