Interview met Diederik Samsom: ‘Het rijk moet minder dominant worden’


Gepubliceerd in: Lokaal Bestuur
Geschreven door: Kirsten Verdel

Na een stormachtige, korte campagne die voor veel nieuwe energie binnen de partij zorgde werd Diederik Samsom vorige maand tot nieuwe partijleider gekozen. Lokaal Bestuur vroeg hem naar zijn eerste weken, zijn visie op het lokaal bestuur en zijn inspiratiebronnen.

– Je bent sinds 17 maart officieel de leider van de Partij van de Arbeid. Dat is nogal wat en moet dan ook veel hectiek hebben opgeleverd. Wat waren de leukste en minst leuke gebeurtenissen in je eerste week?
‘Het leukste was het campagnevoeren in Meppel. Met prachtig weer en 80 vrijwilligers op pad, zoveel had ik er nog nooit achter me aan gehad. En heel Meppel vond het leuk. Beter gezegd: niemand vond het níet leuk mij tegen te komen. Meestal interesseert het ze geen moer, haha. Je merkt dat de PvdA het hoofd weer omhoog heeft. Wat ik het minst leuk vond is dat ik vroeger alles zelf bij kon houden, ook bijvoorbeeld het Amerikaanse verkiezingsnieuws. Daar heb ik nu niet het begin van de mogelijkheid meer voor!’

-Hans Spekman en jij kiezen voor een activistische koers. Ben je niet bang dat jullie teveel van hetzelfde zijn? Wat is de meerwaarde van jullie als koppel?
‘Als je Hans en mij naast elkaar zet zie je dat die gelijkenis heel snel weg is. Ik denk echt anders; als we samen ergens spreken dan is hij echt de voorzitter van een club, een beweging. Ik ben meer de leider van een politieke stroming. Ik denk dat die taakverdeling heel mooi is. Bij het canvassen regelt Hans die 80 mensen, terwijl ik vertel waarom wij niet bij een mislukte formatie aan zullen schuiven maar verkiezingen willen.’

-Politieke leiders hebben wel eens de neiging te ver voor de troepen uit te gaan lopen. Is dat een mogelijke valkuil voor je?
‘Ja, maar ik vind het niet zo erg dat te doen. Dat is je opdracht! Je moet wel af en toe achterom kijken, er moeten immers wel mensen achter je aan blijven lopen. Tot nu toe gaat dat, maar ik zit er pas een week. In mijn eentje kán ik er zo snel niet eens vandoor, haha. Maar let op mij, ik ga wel dingen doen…’

-Onderdeel van je campagne was een tour door het land. Wat was het leukste lokale initiatief dat je daarbij tegenkwam?
‘Qua campagne zelf was Spijkenisse het leukste, want de PvdA’ers daar hadden mijn standaardvraag om een zaaltje te regelen waar ik dan 45 minuten een Q&A zou houden gewoon genegeerd. In Spijkenisse moest ik op een plein gaan staan. Daar stonden vervolgens 80 mensen die wisten dat ik kwam, maar binnen tien minuten waren dat er 300. Het was toch een beetje straattheater waar veel mensen nieuwsgierig op af kwamen en doordat er ook niet-PvdA’ers stonden gingen de vragen echt over álles. Wat ik echter overal tegenkwam waren mensen die geraakt worden door de wsw-bezuinigingen, mensen die afhankelijk zijn van de sociale werkplaats. Daar zit ik dus bovenop.’

-Zakt het enthousiasme niet snel weg na de leiderschapsverkiezingen?
‘In Meppel zei ik ook: dit rolt niet vanzelf door, daar moet je wat voor doen. Ik wil het land in blijven gaan. Ik hoop zelfs grotere zalen te kunnen vullen.’

-Ben je niet huiverig voor de kritiek dat de PvdA door weer het land in te gaan nu kennelijk nóg niet weet ‘wat de mensen willen?
‘Het zit nu anders: ik ga het land in om mensen te vertellen wat ik wil. Dat je daarbij andersom ook veel hoort is prima, daar leer ik veel van. Een voorbeeldje: ik vind dat mensen op de werkvloer in het onderwijs meer moeten verdienen dan de eerste twee managementlagen. Nou zit de PvdA helemaal vol met onderwijsmensen, ook met managers, dus daar kwamen veel opmerkingen over. Daar wordt het plan alleen maar beter van. We moeten niet op een rigide salarisverlaging uitkomen bijvoorbeeld wanneer je als leraar schoolleider wordt. Dat zou niet goed zijn. Maar de leraar moet wel door mogen groeien en niet per se schoolleider hoeven worden om meer te gaan verdienen.’

-Stel het kabinet valt niet, dan zijn de eerstvolgende verkiezingen die van de gemeenteraden in 2014. Het CLB ontwikkelt hiervoor met een grote groep lokale politici een basisverkiezingsprogramma. Wat mag daar volgens jou niet in ontbreken?
‘Als het kabinet blijft zitten we straks met een volledig uitgeklede Wet Werken naar Vermogen waarbij gemeenten verantwoordelijk zijn voor bijstandsuitkeringen, wajong en de wsw, oftewel de hele onderkant van de arbeidsmarkt. Zonder voldoende geld. Ik geloof en hoop niet dat het zover komt, maar als dat wel gebeurt vind ik dat de PvdA de verkiezingen in kan met de mededeling: dit pikken wij niet. Dan maken we echt een vuist naar Den Haag.  Ik snap dat dat in het Huis van Thorbecke een ingewikkelde constructie is, maar het kabinet laat ons dan geen andere keus.’

-Ondanks de decentralisatie zie je dat gemeenten steeds meer het loket van de rijksoverheid worden. Wat vraagt dat van de gemeenteraad? Moeten ze schaduwparlement gaan spelen, of zich juist richten op echte lokale thema’s als een duurzame leefomgeving, of het behoud van het zwembad?
‘Wij zijn voor verdere decentralisatie van bijvoorbeeld de wmo en ook in onze plannen valt de wet werk en bijstand onder de gemeenten, maar dan wel op een manier die uitvoerbaar is. Raden moeten rekening gaan houden met meer verantwoordelijkheden. We moeten dat doen zonder meteen in de kramp van een discussie over schaalvergroting te schieten.  Dat is een weg die de PvdA wel heeft geleerd te bewandelen, maar we zijn nog niet uitgewandeld.’

-Wat vind je de belangrijkste opgave voor de komende decennia op landelijk niveau?
‘We hebben een duurzame economie in een nieuw Europa nodig. Dat is onze opgave voor de komende twintig jaar: een werkende en groene economie, en een nieuw Europa waarin we meer naar elkaar toe groeien. Wat betreft die duurzame economie: we moeten natuurlijk stoppen met fossiele grondstoffen. Neem Rotterdam, dat een grote doorvoerhaven is voor fossiele grondstoffen. Dat moet een keer omslaan naar biocarbon. We hebben een biobased economy nodig voor grondstoffen en zaken als zon en wind voor energie. Dat is de toekomst. Hoe we die duurzame economie in dat nieuwe Europa moeten bereiken? Door te investeren in  onderwijs. Omdat onze kinderen samenwerkingsverbanden aan moeten gaan die wij nu kennelijk niet op kunnen brengen. De beste investering is niet die in zonnepanelen, maar in het onderwijs voor onze kinderen, zodat zij iets uit kunnen vinden dat wij nu nog niet eens kunnen bedenken’

-Hoe denk je de samenwerking tussen de Tweede Kamerfractie en andere bestuurslagen te bevorderen?
‘In overlegstructuren en allerlei afspraken kun je het meeste wel een beetje ondervangen, maar ik geloof heel erg dat de energie die we nu in de partij hebben zich moet vertalen in een soepeler manier van samenwerken. Als het in Den Haag niet lekker loopt, valt de samenwerking met andere bestuurslagen ook plat, leert de ervaring. Als je in goede conditie bent en voelt dat het goed gaat weet je elkaar juist te vinden. Onderlinge frictie en chagrijn organiseer je niet weg met een structuurtje, maar door politiek te bedrijven die er toe doet en die het verschil maakt. Dat levert energie op.’

-Richt de politiek zich niet te veel op Den Haag en te weinig op het maatschappelijk debat?
‘Ja. Maar dat is ondanks vele pogingen om het alsnog anders te doen. Je merkt dat Haagse discussies van zichzelf een soort totempaalwerking hebben. Als je over ontslagrecht praat wordt iedereen zenuwachtig: de opwinding stijgt, camera’s gaan draaien… Dat geldt niet voor maatschappelijke discussies die veel diepgaander maar minder spectaculair zijn. Het is één van de taken van de politiek om dat verschil te overbruggen. Dat wil ik onder andere doen door het land in te gaan en met mensen te praten. Dan hoor je vragen die nooit in de Tweede Kamer aan bod komen, zoals van mensen met letselschade die officieel meteen vergoed zou moeten worden zodat ze niet jaren hoeven te wachten. Dat zoiets in de praktijk niet goed loopt, dat hoor je niet via Pauw en Witteman. Wij zoeken het maatschappelijk debat dus graag zelf op’

-De beleidsvrijheid van gemeenten is fors ingeperkt. Wat vind je daarvan?
‘Neem de kortingen op allerlei regelingen, dat is natuurlijk de oudste truc van Den Haag. We blijven ons daar nu tegen verzetten, zelfs als we daar in het verleden in coalitieverband mede aan hebben bijgedragen. Ik vraag het kabinet: wees er gewoon eerlijk over, vraag gemeenten dan om minder te doen met minder geld, in plaats van hetzelfde met minder geld. Wat betreft beleidsvrijheid: het oormerken van geld is niet altijd te voorkomen, zeker niet in een overgangsfase naar een nieuwe regeling. Je wilt immers graag dat het geld aan die specifieke doeleinden wordt besteed.’

-Hoe kijk je aan tegen het feit dat het kabinet de rechtstreekse verkiezingen voor de waterschappen wil vervangen door indirecte verkiezingen door leden van de gemeenteraad?
‘In theorie zou ik graag directe verkiezingen willen houden, maar niemand kan ontkennen dat die verkiezingen allang door het ijs zijn gezakt. We moeten zoeken naar een andere manier om de waterschappen vorm te geven. Wat mij betreft gaan de taken van provincies en waterschappen bij elkaar.’

Wat zou je veranderd willen zien in de relatie tussen gemeenten en Rijk?
‘Ik zou willen dat de dominantie van het Rijk ten opzichte van gemeenten afneemt naar gelang het aantal taken dat we naar gemeenten overhevelen. We hebben nog steeds de hogere bevoegdheid in Den Haag, maar hoewel landsbelang doorgaans voor lokaal belang gaat, moeten we daar wel prudenter mee omgaan. Ik heb dat zelf meegemaakt met de NIMBY-procedure, waarbij het rijk een gemeente kan overrulen. Dat is bijna altijd een recept voor grote weerstand. Toen Defensie een deel van het Schinveldse bos wilde kappen ten gunste van de NAVO-vliegbasis, was daar veel protest tegen van mensen die vonden dat de AWACS-vliegtuigen teveel herrie maakten. Het bos moest blijven vond de gemeente, maar moest weg van het Rijk. Dat is zo uit de hand gelopen dat het bos gekapt werd, maar de NIMBY-procedure uiteindelijk werd ingetrokken en het bos feitelijk teruggeplant moest worden. Het Rijk heeft daar echt bakzeil moeten halen.’

-Heb je een voorbeeld van resultaten die gemeenten hebben geboekt, ondanks de regels en wetten van het Rijk, waarvan je onder de indruk bent?
‘Lodewijk Asscher en zijn onderwijsbeleid in Amsterdam zijn een mooi voorbeeld. Dat beleid kwam niet zozeer tot stand ondanks de regels, maar ondanks het feit dat de gemeente er niet over ging.’

-Wat vinden je vrouw en kinderen ervan dat je nu zo druk bent met het fractievoorzitterschap. Kom je nog wel eens thuis eten?
‘Ik eet nog thuis, maar niet zo vaak als ik zou willen. Ik ben al bijna tien jaar Tweede Kamerlid, je leert er mee omgaan. Het aantal uren is niet de essentie van het probleem. De inbreuk die het maakt op het ritme van een gezin is het probleem. Het is nu heftiger dan toen ik gewoon kamerlid was, maar ik heb nu ook meer faciliteiten. Ik word nu naar huis in Leiden gebracht. Dat scheelt.’

-Welke bekende mensen in en buiten de PvdA zijn voor jou een inspirerend voorbeeld? En waarom?
‘Jeetje. In de categorie Mandela en Anan? Ik heb Kofi Anan ooit meegemaakt, het woord charisma kreeg daar wel echt een tastbare vorm. Zo erg, dat je het bijna kon  voelen! Je realiseert je dan ook dat charisma een combinatie van dingen is waar geen handboek voor bestaat. Binnen de partij vind ik ook veel inspiratie. Vooral van plaatselijke helden als Loes Ypma, Jan Hamming en Ralf Krewinkel. Of mensen uit mijn campagneteam. Het is inspirerend om te zien hoeveel kracht we eigenlijk hebben in onze partij.’

-Over vijf jaar ben ik…
‘Hopelijk nog steeds partijleider van de PvdA. Ik vind dit namelijk geen baan die je voor een half jaartje doet.’

-En wat is de PvdA dan?
‘De grootste partij van Nederland.’


One response to “Interview met Diederik Samsom: ‘Het rijk moet minder dominant worden’”

  1. Heel dom.
    En het vergelijken achteraf van zijn plannen met die van de anderen slaat nergens op.
    Dat moet zijn zonder begroting of hun begroting, zonder begroting zijn we echt een heel stuk slechter af.
    En denken dat je dat door bagitaliseren van het akkoord weg poetst maakt het nog dommer.
    En als debater de ander overstemmen met SP-light rijtjes maakt zijn gezag niet groter, zo’n man wil je niet dat je land vertegenwoordigt. Er blijkt uit dat hij bang is dat het land de argumenten van de ander hoort. Angst dus die weggeschreeuwd wordt.

    Hier komen we niet mee verder. Zeker niet als hij roept dat als je PVDA stemt het akkoord wordt teruggedraaid. Nederland is niet gek.

    Persoonlijk ben ik erg blij met zo’n leider van de PVDA.
    Heb je geen oppositie meer nodig.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *