Het combineren van een fulltime baan met een voltijds studie is niet al te eenvoudig, maar als je dan ook nog net verhuisd bent naar een nieuwe woning, dan wordt time-management ineens essentieel. Doordeweeks verfspullen kopen zodat er op zaterdag flink op los geverfd kan worden, dat was de uitdaging. De enige manier om dat te doen was door na mijn werk in Diemen bij de nabij gelegen bouwmarkt spullen te kopen, om daarna met de trein naar mijn kubuswoning in Rotterdam te gaan.
Naast verf en kleine kwastjes kocht ik rollers en uitschuifstokken. We hadden uitgevogeld dat met die stokken tegen de schuine muren aanliggen de beste manier was om de woonkamer te verven. Dat klinkt misschien vreemd, maar vast niet zo vreemd als het feit dat we de muren schoon houden door ze te stofzuigen.
De trein in zien te komen met al die spullen bleek een beproeving. De ingang ging wel, maar door de klapdeuren kwam ik niet heen. De mensen die in de coupé zaten keken wel, maar hielpen niet. Geïrriteerd trapte ik harder tegen de deur en uiteindelijk kwam ik binnen en plofte met een diepe zucht op een stoel.
Na een half uur schrok ik op toen de omroepster door de krakende speakers klonk: “Dames en heren, het volgende station is Leiden Centraal. Reizigers in de richting van Den Haag, Rotterdam en verder kunnen hier overstappen.” Gehaast pakte ik mijn spullen en liep richting de deur. Door het glas van de deur zag ik de eerste mensen al instappen. Van de andere kant duwde iemand de deur open en wrong zich langs mij heen. Nog vier personen volgden. Ik hield mij nauwelijks staande. De stokken bleven steken in de bagagerekjes, een tas scheurde en de verf viel bijna uit mijn handen. Toen de laatste persoon eindelijk was gepasseerd en ik kans zag om door de deur te glippen, ging het fluitje van de conducteur en sloot de deur zich voor mijn ogen.
Ziedend van woede gooide ik mijn spullen op de grond en liep terug naar de coupé. Daar werd druk gepraat. “Wat zijn jullie ongelooflijk onbeschoft," galmde ik. "Je hoort mensen eerst uit te laten stappen voordat je naar binnen stormt om een zitplaats op te zoeken, waar er op dit tijdstip van de dag toch meer dan genoeg van zijn. Jullie moeten je kapot schamen.” Daarna draaide ik me op en liep stampvoetend het trappetje op naar het balkon. Het was ineens doodstil achter me.
(dit speelde zich af in 2000)