Afgelopen weekend was ik in Baku, de hoofdstad van Azerbeidzjan, om vanuit de Alfred Mozer Stichting campagnetraining te geven aan een groep van 22 jongeren die deel uitmaken van de oppositie in dat land. Formeel gezien is Azerbeidzjan een democratie, maar in de praktijk is daar weinig van te merken. President Ilham Alijev wint verkiezingen doorgaans met 90-95% van de stemmen. Oppositie mag formeel wel bestaan, maar wordt in de praktijk in de kiem gesmoord. Met de komst van de Arabische revolutie in landen als Tunesië, Egypte, Libië en Syrië zijn in Azerbeidzjan de duimschroeven alleen maar verder aangedraaid: protestanten worden opgepakt en soms dagen, soms weken vastgezet.
Bij mijn aankomst in Baku was al direct één van de belangrijkste kenmerken van Azerbeidzjan te zien. Slechts enkele kilometers buiten het vliegveld reden we ineens dwars door olievelden heen. Kilometerslang stonden er overal jaknikkers, pal langs de weg. Ik vroeg of we even een foto konden gaan maken bij een van de jaknikkers. Dat mocht, dus ik stapte uit en wilde naar een van de apparaten toe lopen. Op mijn witte schoenen liep ik door het gras, die groeide op een –naar ik dacht- vrij uitgedroogde grond. Bij een stuk gebarsten aarde waar ik overheen moest lopen dacht ik even dat het een soort modder was die opgedroogd was, maar toen ik een stap zette merkte ik dat ik ineens in de olie stond. Er zat hier zoveel olie, dat het zelfs aan de oppervlakte lag! Al snel zag ik overal om me heen grote zwarte plekken op het gras. Allemaal olie. Waanzinnig.
Die olie maakt Azerbeidzjan meteen ook tot een erg ingewikkeld land als het gaat om een revolutie 2.0, waar de jongeren eigenlijk geïnteresseerd in waren en over getraind wilden worden. Buurlanden van Azerbeidzjan steunen de oppositie bijvoorbeeld helemaal niet, want die hebben geen zin in instabiliteit in een land met zoveel olie. Daar zijn ze teveel van afhankelijk. Datzelfde geldt voor de EU. Sterker nog, Azerbeidzjan probeert momenteel buiten Rusland om een oliepijpleiding aan te leggen die goed zou kunnen zijn voor 30% van de totale olievoorziening van West-Europa! Van de EU zijn er dus ook weinig kritische geluiden te horen over de gebrekkige mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan. Sterker nog, het enige land dat wel openlijk kritiek lijkt te uiten is Noorwegen. Zij hebben zelf olie en kunnen zich kritiek dus ook veroorloven…
De campagnetraining was expres buiten Baku georganiseerd, zodat de regering er niet te snel van zou horen. Dat zou namelijk een probleem op kunnen leveren voor de deelnemers. Of voor ons. Het was al erg raar geweest bij de aanvraag van mijn visum. Technisch gezien hebben Azerbeidzjan en Rusland namelijk niets meer met elkaar te maken, maar toen ik mijn visum –aangevraagd bij de Azerbeidzjaanse ambassade in Den Haag- vervroegd op wilde halen bleek ineens dat ik dat bij het Russisch consulaat moest doen. Ra ra ra… Onze tolk gaf hier een toelichting op. Hij vertelde jarenlang voor de BBC gewerkt te hebben, met name om verslag te doen over de hele regio, dus ook over Iran en zei dat Rusland vanwege de grote oliebelangen een dikke vinger in de pap probeert te houden. Zij zijn vooral bezig met het conflict dat Azerbeidzjaan en Armenië al tijdenlang hebben. Dat conflict is misschien het meest bekend van de regio Nagorno-Karabach, waar in 1988 een conflict over uitbrak die leidde tot een grondoorlog met Armenië in 1991. Na veel politieke oproer ontstond een gematigde en een conservatief-islamitische partij, die werd gevolgd door een stroom van anti-Armeens geweld. In 1990 bestormde het Sovjetleger de hoofdstad Baku nadat pogroms tegen de Armenen hadden plaatsgevonden door de lokale bevolking. Tussen de 40 en 60 Armenen en meer dan 100 Azerbeidzjanen kwamen hierbij om het leven. Deze datum wordt in Azerbeidzjan gezien als de geboortedag van de onafhankelijkheid. De Russen houden er sindsdien een verdeel-en-heers tactiek op na. In het conflict vielen in totaal meer dan 25.000 slachtoffers en meer dan een miljoen Azerbeidzjanen en Armenen sloegen op de vlucht.