Gepubliceerd in: Het Financieele Dagblad Door: Kirsten Verdel
Kirsten Verdel
Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *
Reactie *
Naam *
E-mail *
Site
![](http://images.codewarrior.nl/locuta/fd/fd20080322klein.jpg" align="right" hspace=5 vspace=5/> Mijn tijd in Canada zit er bijna op. Sinds augustus vorig jaar zit ik op een scholarship in Montreal om onderzoek te doen naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ik ben de afgelopen maanden dan ook regelmatig naar de VS afgereisd, om de sfeer beter te kunnen proeven. Tijdens een van die bezoeken was ik in Washington DC en sprak daar onder andere met Michael Gehrke, van de Democratic National Committee (DNC), de landelijke organisatie van de Democratische partij. </p>
<p> Gehrke was woordvoerder van Bill Clinton en Director of Communications van het Witte Huis. Tegenwoordig is hij Research Director van de DNC. Mijn ervaring met campagne voeren in Nederland viel kennelijk in goede aarde, want hij bood me aan het eind van het gesprek direct een baan aan in het landelijke campagneteam. </p>
<p> Inmiddels zijn we enkele maanden verder en het moment waarop ik zelf aan de slag kan komt nu snel dichterbij. Vorige week zocht ik Gehrke op om even bij te praten. Hij vertelde me dat er momenteel ongeveer honderd mensen bij de DNC in Washington werken. Een getal dat ongeveer twee maanden voor de verkiezingen zal verdrievoudigen. Ik ben de enige buitenlander. </p>
<p> Slechts één keer eerder werkte er een buitenlander bij de DNC: een Nieuw-Zeelander die twee weken stage liep. Een andere medewerker van de DNC merkte lachend op: “You are now the representative of the international community, in its efforts to bring a Democratic to the White House'. Wat een verantwoordelijkheid ineens! </p>
<p> In november had Gehrke me al deels uitgelegd waar de landelijke partijtop nu mee bezig is. Dat was op dat moment een drietrapsraket: het organiseren van “get out the vote' acties, om zoveel mogelijk kiezers naar de stembus te krijgen, het aan elkaar koppelen van database systemen van partijafdelingen door het hele land en “opposition research', waarbij elke uitspraak die de tegenpartij ooit in het openbaar heeft gedaan tegen het licht wordt gehouden. Dat laatste is een ongelooflijk tijdrovende bezigheid. John McCain zit bijvoorbeeld al sinds mensenheugenis in de Senaat en heeft daar aan 17.000 stemmingen meegedaan, een enorme hoeveelheid om door te ploegen. Ook heeft de DNC nu al meer dan 1.000 uur televisiemateriaal van McCain en dat wordt alleen maar meer. </p>
<p> Waar vier jaar geleden de campagne van bovenaf werd georganiseerd, met deputy directors en financial managers die in alle staten werden neergezet, is er nu juist gekozen voor een ‘grassroots’-benadering. Lokale organisaties organiseren campagnes in de staten, met ondersteuning van de landelijke partij. Partijleden door het hele land worden gevraagd om de komende maanden vijf tot tien keer met buurtbewoners te praten over wat zij voor de VS willen. Die informatie wordt terug gekoppeld naar de partijtop, in kaart gebracht en gebruikt voor verdere strategie ontwikkeling. </p>
<p> Gehrke verwacht dat gezondheidszorg een belangrijk thema zal worden in de campagne. Dat is immers een thema waarop het onderscheid tussen de Democraten en Republikeinen zeer scherp is. De Democraten willen een universeel systeem, dat voor iedereen toegankelijk is. De Republikeinen willen vooral een goedkoper systeem, waar de markt maar voor oplossingen moet zorgen. De DNC gaat proberen om dit thema op de publieke agenda te zetten. Ook de oorlog in Irak en de zwakke economie zullen aanvalspunten vormen in de komende maanden. Maar eerst moet duidelijk worden wie de Democratische genomineerde wordt. Want hij of zij zal natuurlijk ook een persoonlijk stempel op de campagne willen drukken!</p>
</div>
<div style=)