Elke dag blijft er een iemand achter in het klooster om de nonnen te helpen met koken. De rest gaat naar het land. Vandaag was het mijn beurt. Maar omdat het vannacht vreselijk hard geregend had en het land daardoor schijnbaar niet te bewerken was, moest uiteindelijk iedereen thuis blijven. Er werd besloten om de kerk schoon te gaan maken. De ramen lappen, de vloer dweilen, de banken schoon maken. Ik ging ondertussen met twee zusters naar de markt. Elke ochtend is die in het centrum van het dorp.
De markt is klein, er zijn ongeveer twintig mensen die hun waren proberen te slijten. De keuze is ook klein. Er waren eieren, tomaten, uien, welgeteld drie aubergines, een pompoen en wat sla en prei. Geen meloen, geen bananen, geen aardbeien, geen knoflook, niets. Sommige mensen verkochten letterlijk drie stuks groenten. Fruit was er in het geheel niet (tenzij je tomaat in die categorie plaatst). Wel hing er een varkenskop aan een stuk touw. Een tamelijk onsmakelijk gezicht. Maar ik herinnerde me wat Andrea gister vertelde. Op de Engelse school had de projectgroep gisterochtend ‘een geluid gehoord alsof er een varken werd geslacht’. Dat bleek te kloppen, zo konden ze zelf zien: het varken hing met afgehakt hoofd aan de basket op het speelveld uit te lekken…
Ondertussen werd ik vandaag vooral onpasselijk van de schrijnende armoede die ik op de markt zag. Zo weinig eten, zulke oude mensen die die kleine hoeveelheden probeerden te slijten. Het lag als een steen op mijn maag. Maar uiteindelijk zaten wij wel weer aan een heerlijke lunch, met aubergines, noedelsoep met tomaat, aardappel en boontjes en wat witte deegbollen. De afwas deed ik daarna in een teiltje.
Net als mijn kledingwas. Wat een geknoei is dat. Om warm water te krijgen moet je elke keer een thermoskan laten koken met een zeer gevaarlijke staafmixer (zie eerder bericht) en er zijn inmiddels al twee thermoskannen stuk. Heet water in de badkamer bleek een ander probleem te zijn vandaag. Ik wilde douchen, maar er kwam alleen maar kokend heet water uit de kraan. Ik heb nog nooit met zoveel geklungel gedouched. De enige manier om het verdraagbaar te krijgen was door in een bakje ter grootte van een broodtrommel een beetje heet water te doen en daarna de kraan van het bad aan te zetten waar wel koud water uit kwam. Nu ja: uit druppelde. Het duurde minuten voor ik een bakje met water had waar ik iets mee kon. Gedoe, gedoe.
En het stortregende net. Gelukkig had ik vlak daarvoor mijn laptop -die altijd op de grond bij de deur staat om op te laden- net even opzij gezet omdat ik water moest koken. Want anders had ik dit niet kunnen tikken. Het regenwater stond namelijk tot een halve meter in mijn kamer…
Het is nu siesta. 15:45 uur. De anderen uit onze groep slapen al een paar uur. Ik heb me bezig gehouden met lezen. Ik ben inmiddels toe aan ‘Links, rechts en de vooruitgang’, van Paul Kalma (directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA). Een interessant boek, met soms haarscherpe observaties over onze westerse politieke realiteit:
‘Met de opmars van het neoliberalisme in de westerse wereld is een vrijheidsbegrip in zwang gekomen dat vaak niet veel verder reikt dan de supermarkt.’