Nederland is een van de 195 ondertekenaars van het klimaatakkoord, waarin is afgesproken dat de CO2-uitstoot in 2020 met 25% tot 40% moet worden teruggebracht. De ondergrens ligt dus op 25%. Maar met het huidige Nederlandse beleid wordt dat minimumniveau niet gehaald. Sterker nog: het kabinet heeft een reductie van 16% als doelstelling voor 2020 bepaald. De staat voldoet hiermee niet aan haar zorgplicht, zo concludeerde de rechtbank onlangs in een rechtszaak die was aangespannen door Urgenda, een organisatie voor duurzaamheid en innovatie. Lokaal Bestuur vroeg Chris Vonk, fractievoorzitter Haarlemmerliede en Stijn Smeulder, fractievoorzitter Brabant wat zij van die uitspraak vinden en hoe zij zelf de CO2-uitstoot reduceren in hun gemeente of provincie.
Wie: Stijn Smeulders
Wat: Fractievoorzitter
Waar: Provincie Brabant
Wat vind je van het standpunt van Urgenda?
‘Ik ben het met hun eens. Het klimaatprobleem bestaat al jaren. We zijn wereldwijd al ongeveer twee decennia bezig met het verminderen van de CO2-uitstoot, maar echt concrete afspraken die ook te handhaven zijn, zijn daar niet over gemaakt. In Nederland hebben we sinds dit kabinet eigenlijk pas een ambitieus klimaatbeleid, met een concreet uitvoeringsprogramma in de vorm van het energieakkoord.’
Een doelstelling van 16% terwijl de ondergrens volgens het akkoord 25% is, dat kunnen we toch niet ambitieus noemen?
‘Nu ja, je kunt niet alles in één keer doen. Het moet allemaal wel kunnen en op korte termijn uitvoerbaar zijn. Nederland moet van ver komen, we maakten als Nederland echt deel uit van de Europese achterhoede. En onze coalitiepartner de VVD kijkt er natuurlijk heel anders tegenaan. De uitspraak van de rechter kan ons nu wel helpen.’
Wat doen jullie in Brabant om CO2-uitstoot terug te dringen?
‘We hebben op provinciaal niveau een energieakkoord gesloten met het bedrijfsleven, gemeenten en milieuorganisaties. Daarin zijn concrete doelstellingen opgenomen die in lijn liggen met het landelijke energieakkoord. In het Brabantse energieakkoord is ‘nul op de meter’ belangrijk. Met steun van de provincie worden tot 2021 40.000 woningen energieneutraal gemaakt. Ook de industrie doet mee en zal 10% van de gebruikte energie opwekken via zonnepanelen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over het duurzaam maken van stallen, het realiseren van windmolens, een energiebesparing van 30% op maatschappelijk vastgoed als scholen en overheidsgebouwen en meer van dat soort praktische zaken. Bovendien levert het Brabantse energieakkoord minimaal 5.000 nieuwe banen op.’
Zijn die stappen voldoende om aan de doelstellingen te voldoen?
‘Ik denk niet dat dat het geval is. Om 25% CO2-reductie te halen in 2020 moet er nog meer gebeuren, maar wij doen echt al heel veel. CO2-reductie is geen wettelijke taak voor provincies, maar toch hebben we uit de opbrengsten van de verkoop van onze aandelen in Essent 60 miljoen in een fonds gestopt om de energietransitie te ondersteunen. Ook is er in het nieuwe provinciale bestuursakkoord acht miljoen gereserveerd voor energiebesparing en is er 20 miljoen euro extra om de transitie naar hernieuwbare grondstoffen te ondersteunen. Ik denk dat we een van de weinige provincies zijn die daar speciaal een akkoord voor hebben gesloten en ook boter bij de vis levert, dus we zien onze inzet wel degelijk als ambitieus.’
Wat zouden jullie nog meer willen doen?
‘We zouden graag particulieren helpen met voorfinanciering van investeringen in warmtepompen, zonnepanelen en andere middelen die tot energiebesparing en CO2-reductie kunnen leiden. Uiteindelijk moeten we natuurlijk streven naar die 40% reductie. Maar als provincie hebben wij uiteindelijk niet de bevoegdheden en middelen om dat af te dwingen. We doen wat we kunnen doen.’
Wie: Chris Vonk
Wat: Fractievoorzitter
Waar: Gemeente Haarlemmermeer
Wat vind je van het standpunt van Urgenda?
‘Urgenda wil niet alleen de CO2-uitstoot reduceren, zij wil ook dat Nederland versnelt met de klimaataanpak. Wij vinden dat een heel goed en haalbaar idee.’
Brabant vindt de 16% waar het kabinet naar streeft al bewonderenswaardig. Hoe denken jullie hierover?
‘Wij denken dat 25% realistisch en haalbaar is als je niet op de rem trapt.’
Wat doen jullie om CO2-uitstoot terug te dringen?
‘We hebben drie miljoen in een fonds gestopt waaruit duurzame maatregelen konden worden gefinancierd. Dat fonds moest groeien, andere partijen moesten daar ook aan bijdragen. Inmiddels zit er 33 miljoen in waarmee bijvoorbeeld 3000 huurwoningen worden voorzien van zonnepanelen. Dat betaalt zichzelf weer terug.
Verder hebben we een bedrijventerrein, Park 2020, waar alleen energieneutrale gebouwen staan. Deze gebouwen zijn bovendien cradle-to-cradle: alle materialen moeten recyclebaar zijn. Het gebied kan zijn eigen water zuiveren en zijn eigen energie opwekken. Ook tijdens de economische crisis was dit bedrijventerrein rendabel. Ondernemers verwachtten dat het geld zou kosten, maar het blijkt juist een unique selling point te zijn. Dat kunnen we ook op nationale schaal uitrollen. Als we kijken naar de technologische ontwikkelingen dan is 25% echt haalbaar. Het gaat dus puur om politieke wil. Veranderen kost tijd.’
Wat zouden jullie nog meer willen doen?
‘We willen ook onze inwoners en bedrijven inzetten. Er is bijvoorbeeld een algenkwekerij die recent gestart is, dat levert echt CO2-reductie op. Wat nog níet lukt is een rendabel duurzaam energiebedrijf runnen dat bijvoorbeeld gebruik maakt van aardwarmte. Het is wel gestart, maar het loopt niet lekker. Je kunt als gemeente niet goed op grote schaal reclame maken of uitleggen waarom het lokale energiebedrijf beter is dan bijvoorbeeld een Greenchoice. Wezenlijk is het ook niet beter, het is alleen een garantie voor ons als gemeente dat we 100% duurzame energie opwekken. En je ziet dat de grote energiebedrijven ook proberen te greenwashen (voor het oog groener voordoen dan de werkelijkheid is, red.), daar kunnen wij niet tegen opboksen als gemeente. Verder willen we graag windturbines plaatsen, maar het provinciale beleid zegt: “geen windmolens meer op het land.” Dus ja, wij vechten hier een beetje tegen de provincie.’
Welke rol kunnen of moeten gemeenten spelen in het klimaatdebat?
‘Gemeenten kunnen informeren en enthousiasmeren. Ze moeten mensen de ruimte geven om te innoveren, om te investeren in duurzame maatregelen. Er zijn allerlei samenwerkingsprojecten zoals het kweken van olifantsgras, wat vervolgens kan dienen als grondstof voor bijvoorbeeld papier, biobrandstof en bioplastic, en proeven met het kweken van milieuvriendelijke koel- en ontdooiingsmiddelen. Samenwerking opzoeken en organiseren is typisch iets wat gemeenten kunnen doen. De rijksoverheid krijgt het in zijn eentje nooit voor elkaar.’
Gepubliceerd in: Lokaal Bestuur, september 2015
Geschreven door Kirsten Verdel